Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for november, 2006

november 2006

(121106) Inhaalmaneuver, Pt. 1

* Sinds vorige (substantiële) update hier nog een paar optredens meegepikt:

clubsidedown1De eerste Clubside Down-avond die ik deed was een meevaller. Officer Jones & His Patrol Car Problems is een band die makkelijk de strijd met de buitenlandse concurrentie aan kan. Of moet ik zeggen “kon”? Op 20/10 verscheen op hun site namelijk de melding dat ze er de matrak bij neerkwakken. Ze spelen nog een paar optredens, wees er dus bij voor het te laat is. The Turbo A.C.’s spelen het soort punk-surf-ram-rock dat honderden bands hen al voordeden, maar het was best een goeie set: snel, energiek, gedreven. De verrassing werd echter geleverd door Aborted, Vlaamse death metal. Ik heb eigenlijk niks met het genre, en als er een band is die ik goed vind (Entombed, Napalm Death, etc), dan kies ik resoluut voor de albums die het minst beantwoorden aan de genreconventies. Maar het was dus een verrassing. Ze hadden een sound die verbazingwekkend goed was (de huidige Nijdrop is nu niet echt een Walhalla voor audiofielen), speelden immens strak, luid en brutaal. Uren kan ik er niet naar luisteren, maar ik bleef het kleine uurtje geboeid kijken naar een band die echt niet onder hoeft te doen voor bands die groter zijn omdat ze niet uit een uit de kluiten gewassen dorp als België komen (Foto: David Daelemans)

clubsidedown2* De avond erna voor meer Clubside Down naar de 4AD in Diksmuide, die al is uitgegroeid tot één van m’n favoriete concertzalen. Het is een mooie locatie (modern, maar niet te flashy), het is er gezellig, en vooral: je krijgt er een hele goeie sound. Dat prima geluid kon de set van Sorrow Hill echter niet redden. De muziek – een combinatie van jazzpunk à la Victims Family, noise, mathrock en gefriemel – klinkt interessant op papier, maar wist me live niet echt te boeien. Er zat geen lijn in de songs, het zat niet altijd even strak, het had teveel van een eindeloze herhalingsoefening. Andere koek met het Britse lawaaicombo Part Chimp, die graag de laatste band willen zijn die mensen te horen krijgen voor ze doof worden. Extreem luide noiserock, met de heavy riffs van Melvins en High On Fire en het pure kabaal van Unwound, Sonic Youth (als ze nog durven) en Lightning Bolt. Niet voor gevoelige zieltjes en oren, maar bij momenten wel fucking opwindend. Geen grote band, en waarschijnlijk beperkt interessant op plaat, maar wel iets om live mee te maken. Afsluiter was Don Caballero. Ik was niet meteen weg van hun laatse album, comebackplaat World Class Listening Problem, maar had gehoord dat ze live altijd wel iets te bieden hebben. Dat was inderdaad het geval. Het drumstel van Damon Che werd geplaatst in netjes daartoe klaargemaakte planken, die op de grond werden gelegd, maar tijdens de set zou snel duidelijk worden waarom: het is geen verrassing dat de kerel “the octopus” genoemd wordt. Het was een vreemde set, met akelig lange pauzes en stiltes tussen de songs, maar nu en dan werd er muziek gespeeld die verbijsterend ingenieus in elkaar stak (Foto: Pieter Morlion)

slayer1* Donderdag naar The Unholy Alliance Chapter 2 geweest in de Leuvense Brabanthal (de zaal waar ze alles slecht kunnen laten klinken), maar enkel In Flames en Slayer gezien. Die eerste band was een zware ontgoocheling. Ik had ze nog nooit gehoord, maar al tientallen keren levende woorden over de band, zijn albums en zijn shows gelezen. Wat werd opgevoerd tartte ei zo na alle verbeelding: slappe meezingmetal in een modern jasje, veel mid-tempo geneut met een degoutante gitaarsound, een zanger die z’n klep niet kon dichthouden. Een jaar of twee geleden zag ik de Scorpions (lach niet) in het voorprogramma van Judas Priest een even riskante mix van metal en pop spelen, maar de Duitsers deden het toen wel beter (jaja). Slayer was goed. De set was wat kort (14 nummers, 65 minuten), een beetje op automatisch, en niet altijd even strak, maar de songs stonden er. Vier stuks uit de nieuwe (Christ Illusion) en dan wat ouwe classics. Volledige setlist: Disciple / War Ensemble / Jihad / Cult / Die By The Sword / Chemical Warfare / Mandatory Suicide / Seasons In The Abyss / Catalyst / Eyes Of The Insane / Dead Skin Mask // Raining Blood / South Of Heaven / Angel Of Death (Foto: Pieter Morlion)

twogallants* Vrijdag nog eens naar de Botanique, voor een geweldig optreden van Two Gallants, het rootsduo dat eerder dit jaar indruk maakte met What The Toll Tells. Ik zag ze eerder dit jaar in de AB Club een degelijke, maar niet echt overtuigende set spelen, maar deze keer was het boenk erop. Maar een tiental songs in een uur en twintig minuten, maar het geluid en de sfeer in de Rotonde zaten meteen goed. Heel wat songs uit hat recentste album, waarbij vooral de snellere songs (“Las Cruces Jail”, “Steady Rollin'”, “Long Summer Day”) op heel wat reactie konden rekenen. Het waren echter songs als “Threnody” en “Waves Of Grain” die het meeste indruk maakten. Rond de tien minuten en monotoon, maar tegelijkertijd bezwerend, uit een verteltraditie van decennia oud. Bij momenten werd er muziek gemaakt die klonk alsof ze enkel van kerels met een levenservaring van een eeuw had kunnen komen. Ook in het oog te houden: voorprogramma Cold War Kids, aanstekelijke, charmante en springerige rootspop die wel eens zou kunnen aanslaan.

* Vrijdagmiddag ook nog in Vorst Nationaal geweest voor een interview met Mastodon. Na heel wat gedoe uiteindelijk toch drummer Brann Dailor en bassist/zanger Troy Sanders voor me gekregen. Praten met mensen die net wakker zijn en af te rekenen hebben met jet lag, het is niet alles. Het was trouwens wel een boeiend om te zien hoe het een paar uur voor zo’n optreden van Tool eraan toe gaat. Security all over the place, en die van Mastodon werden duidelijk beschouwd als de tweederangsburgers die een lullig kleedkamertje toegewezen kregen. Naar ’t schijnt was het optreden van de band degelijk. Tool speelden volgens de meeste bronnen een superieure set, al vallen er (zoals verwacht) ook wel opmerkingen te horen over “te perfect”, “te weinig soul”, “voorspelbaar”. Enfin ja, ik ben niet geweest, verloor vanaf Lateralus de “voeling” met de band, en eigenlijk heb ik er niet eens spijt van. Dankzij Two Gallants.

westwing7* E. heeft nieuw kijkvoer in huis gehaald: het zevende seizoen van The West Wing en het vijfde van 24. De series kunnen moeilijk meer verschillend zijn. 24 is ideaal vrijdagavondvoer: snelle, opwindende, hi-tech TV waarbij je best niet te veel kan nadenken. Onwaarschijnlijkheden stapelen zich op, en de plot zit vol gaten, maar het blijft pure junk die z’n effect niet mist. Het draait nog steeds om Jack Bauer (Kiefer Sutherland) vs. de wereld, en raad eens wie wint. Drie afleveringen ver, en het zit wel goed. The West Wing is dan weer niks om onderuitgezakt naar te zitten staren met cola en chips binnen handbereik. Politiek, maar dan gebracht met een rotvaart, snedige dialogen en prima acteerwerk van een geweldige cast. Niet meteen spannend of entertainend in de conventionele betekenis van het woord, maar samen met The Sopranos, Deadwood, Six Feet Under en The Wire, één van de beste series die de laatste jaren verschenen zijn.

robertparker* Nog wat boeken gekocht ook: Eating Naked (Stephen Dobyns), Paper Weight (Stephen Fry) en The Godwulf Manuscript (Robert B. Parker), en dat voor 3,25 euro in de Pêle-Mêle (Lemonnierlaan 55, 1000 Brussel – check it out). Vooral met die laatste ben ik nogal content: Parker is samen met Lehane, Pelecanos, Connelly en Ellroy één van m’n favoriete Amerikaanse misdaadauteurs. Z’n boeken zijn minder donker en makkelijker verteerbaar dan die van zijn collega’s, maar ook een stuk grappiger. The hard-boiled cool spat van de pagina’s, er zijn evenveel one-liners als komma’s, en het is gewoon verslavend zoals 24 dat ook is. Ik heb zo’n vijftien van z’n Spenser-boeken, en die zijn allemaal de moeite (al is de ene al betere dan de andere). The Godwulf Manuscript (1974) is de eerste met Spenser, en al een hele tijd moeilijk te vinden. Groot jolijt alom, dus. Samaritan van Richard Price was trouwens best OK. Hier en daar wat langdradig, maar een leuke combinatie van misdaad en sociaal realisme.

miles* Nieuwe en tweehands plaatjes: In A Silent Way (Miles Davis), A Love Supreme – 2CD Deluxe Edition (John Coltrane), Live Album (Grand Funk Railroad), Ys (Joanna Newsom), en wat dingen op eBay, van o.m. Disposable Heroes Of Hiphoprisy, True West, The Bevis Frond, Moving Targets, Superchink, Blacktop, Camper Van Beethoven, Kyle Davis, Eleventh Dream Day en Freakwater. En neen, ik heb er geen idee van hoe ik die allemaal de tijd en beluisteringen kan geven die ze misschien verdienen.

NP: Melvins – A Senile Animal

(141106) Experimentele socologie: seks! Meerbepaald het effect van sexuele terminologie op het klikgedrag.

(151106) Booksbooksbooks.

Ik heb dan wel besloten de boekenbeurs (*satansteken*) aan me voorbij te laten gaan, dat wil nog niet zeggen dat er ten huize Boleuzia geen letters meer gevreten worden. Uitgelezen: The Godwulf Manuscript van Robert B. Parker, een luchtige, vinnige detective die je op een paar uur binnenspeelt én verteert, maar wel een bron aan hilarische oneliners is. Volledig in de hard-boiled traditie (ik denk dat Parker ooit zelfs een onafgewerkte roman van Raymond Chandler heeft afgemaakt) –  inclusief cooler-than-life PI, rijke vamps en miraculeuze genezingen -, maar dan overgeplaatst naar het Boston van de 70s.

spinIntussen wat zitten bladeren in SPIN – 20 Years Of Alternative Music (2005), een terugblik op wat er allemaal gebeurde sinds de oprichting van het Amerikaanse muziekmagazine in 1985, met, als ik het goed heb begrepen, een verzameling oude (klassieke) en nieuwe (overzichts-)artikels. Het tijdschrift wilde oorspronkelijk een leemte opvullen en was daarmee net op tijd. Alternatieve muziek was bezig aan een tocht uit de underground, en SPIN was de missing link tussen de subculturen en de mainstream. Het gevolg: vooral aandacht voor de fenomenen/stromingen die incestueuze kringen overstegen, en dan nog eens vanuit Amerikaans perspectief. Het is vast voldoende voor iemand met een oppervlakkige interesse in alternatieve muziek, of degenen die genoegen nemen met teksten over de vaandeldragers, maar het schiet soms wel tekort als het gaat over innovatieve geluiden in de marge. De grootste artiesten, waarvan sommigen al voor 1985 de overstap naar de mainstream maakten,  van de voorbije 20 jaar komen zowat aan bod: R.E.M., U2, Prince, Madonna, Metallica, Tupac, Green Day, Radiohead, Eminem, Metallica. Naast die bandportretten, die trouwens wel vaak gelinkt worden aan een beweging/stroming, ook aandacht voor subgenres als goth, industrial, grunge, hair metal, house/techno, riot grrrl, en hip-hop, goed vertegenwoordigd met artikels over Run DMC, Beastie Boys, Public Enemy, gangsta rap (N.W.A., etc), The Notorious B.I.G., Tupac en Outkast. Hier en daar natuurlijk genres die intussen dood zijn (grunge, britpop), opnieuw levend (synth pop), nog steeds springlevend in de marge (alt country, industrial, jam bands) of helaas nog among the living (emo, punkpop, etc). Dat er met geen woord wordt gerept over postrock, hedendaagse kruisbestuivingen van folk, pop, electronica en de langzame opmars van doom/drone is een beetje jammer, maar te verwachten. Ook best interessant: lijstjes (de beste synth-pop-, grunge-, techno-albums, etc), en aan popcultuur gelinkte fenomenen als ecstasy, teen movies, heroïne en Napster. De vraag is bij SPIN vaak ook of de schrijvers van de artikels (vaak geen kleintjes – o.m. Dave Eggers en de grote William T. Vollman hebben bijdragen geleverd – eat that goddeau!) zichzelf of hun onderwerp in de spotlights willen stellen, maar dat is nog steeds beter dan majorkontkusserij natuurlijk. Al zitten ze toch vaak dichter bij Rolling Stone dan Pitchfork.

Uitsmijter: de top 20 uit SPIN’s 100 Greatest Albums 1985-2005: 1. Radiohead – OK Computer, 2. Public Enemy – It Takes A Nation Of Millions To Hold Us Back, 3. Nirvana – Nevermind, 4. Pavement – Slanted & Enchanted, 5. The Smiths – The Queen Is Dead, 6. The Pixies – Surfer Rosa, 7. De La Soul – 3 Feet High And Rising, 8. Prince – Sign O The Times, 9. PJ Harvey – Rid Of Me, 10. NWA – Straight Outta Compton, 11. U2 – Achtung Baby, 12. Beastie Boys – Paul’s Boutique, 13. Hüsker Dü – New Day Rising, 14. Sonic Youth – Daydream Nation, 15. Liz Phair – Exile In Guyville, 16. Beck – Odelay, 17. Nas – Illmatic, 18. Guns ’n Roses – Appetite For Destruction, 19. Hole – Live Through This, 20. Wu-Tang Clan – Enter The Wu Tang Clan (36 Chambers). Met andere woorden: een redelijk voorspelbare, traditionele en brave lijst, met heel wat straffe albums, een paar die vooral historich belang hebben (Straight Outta Compton), ingeruild kunnen worden (doorgaans zijn het The Pixies met Doolittle, maar beiden zijn super), of hier niet thuishoren (Live Through This? Komaan!). Eindeloos gewauwel is altijd het gevolg, niet?

NP: Damien Jurado – And Now That I’m In Your Shadow, de plaat die gaat lopen met de titel die lang voorbestemd leek voor The Mountain Goats, nl. die van herfstplaat van het jaar. De sonische equivalent van een bundel zwak, monochroom licht, een weemoedig, haast monotoon mompelalbum, en één van de weinige platen dit jaar waarvoor ik echt tijd en veel luisterbeurten had om het ten volle te appreciëren. Het is zo ingehouden en subtiel ingekleurd dat het veel te makkelijk door de mazen van het net kan glippen. Tip van de week.

(201106) 24 Shields Wing A Police Mohawk.

* Het interview dat ik onlangs had met Joan As Police Woman staat sinds deze week online, net als m’n bespreking van A Day Of Nights van Battle Of Mice. Intussen ook een artikeltje geschreven over John Zorn.

* Nog steeds bezig in het SPIN-boek. Best wel goed eigenlijk.

* Intussen DVD-week gehad: aan het kijken naar The West Wing seizoen zeven (2/3 gezien, super), 24 seizoen vijf (vijf afleveringen gezien, prima), en van de bibliotheek de eerste acht afleveringen van het eerste seizoen van The Shield meegebracht (niet zo sterk als The Wire, maar toch prima)

* Zaterdag opgetreden in Gruitrode. Het experiment met de opstelling (een zanger achter een drummer, dat is om problemen vragen) was niet zo goed meegevallen (het voelde als boksen met handschoenen), maar de tweede helft van de set was wel in orde, denk ik.

* Ik heb er wel een soortement mohawk aan over gehouden. Sixteen again, etc.

(241106) Hoop Dreams.

Net toch een beetje van m’n sokken geblazen door Hoop Dreams (Steve James, 1994), een documentaire van twee uur en drie kwartier over twee Afro-Amerikaanse tieners die ervan dromen ooit in de NBA te kunnen spelen. In het begin van de film zijn ze veertien, op het einde (1991) zijn ze alletwee afgestudeerd van high school. Natuurlijk is het meer dan zomaar een film over sport. Het gaat eerder over de klassieke thema’s als volwassen worden (wat niet gebeurt zonder slag of stoot, duh), ambitie en teleurstellingen, onderwijs (en hoe arbitrair het systeem kan zijn), klasseverschillen, etc. Geen van beide jongens komt uit een bijzonder fortuinlijke omgeving, maar de verhalen zijn toch erg verschillend. Bij William Gates verloopt het aanvankelijk allemaal goed, misschien wel té goed. Hij kan studeren aan de redelijk prestigieuze St. Joseph-school en is al snel een sterspeler die wordt getipt als toekomstige hot shot. Arthur Agee heeft minder geluk: zijn ouders balanceren op de rand van de armoede, waardoor ze St. Joseph al snel niet meer kunnen betalen. Zijn gewelddadige vader blijkt dan ook nog eens een crackverslaafde te zijn, en de schoolcarrière lijkt al even desastreus te verlopen. Maar het leven is onvoorspelbaar, en zo ook de film: Gates sukkelt snel met blessures, en Agee blijkt uiteindelijk toch de doorbijter te zijn met de mooiste toekomst in het verschiet. Op zich een weinig opzienbarend verhaal, maar het is net die alledaagsheid, die totale afwezigheid van gekunsteldheid die het zo indrukwekkend maakt. Geen kolder à la De Pfaffs. Niet enkel de twee vertellen over hun ambities en teleurstellingen, maar ook de familieleden worden erbij betrokken: vaders en moeders die hun moeilijke leven te boven willen komen door in de droom van een kind te geloven, een broer die zijn mislukte basketcarrière goedgemaakt wil zien, etc. Daardoor is het bovenal een verhaal over hoop, de hoop op een beter leven. Het verhjaal van Agee is daarbij het meest schrijnend: hij ziet zijn vader crack kopen naast een basketterrein en zegt letterlijk te wilen vertrekken uit een buurt waar iedereen uiteindelijk in de criminaliteit belandt, aan de drugs zit, of eraan gaat. De film won een resem prijzen werd door de alomgerespecteerde Roger Ebert (Chicago Tribune, denk ik) de beste film van dat jaar genoemd, en was tot het verschijnen van Michael Moore’s blockbusters zowat de meest succesvolle documentaire aller tijden. Nog een interessant artikel: een terugblik in 2004. (****)

Ook: verse baksteenteksten over John Zorn en Damien Jurado op goddeau.

Aan het lezen: verhalenbundel Eating Naked vanStephen Dobyns, dat meteen de deur intrapt met een aparte invalshoek: “Jason W. Plover, a poet with six books, was killed when a pig tumbled out of the sky and crushed him as he was crossing Massachusetts Avenue against the light at Harvard Square. The pig was a seven-hundred-pound boar being used in a film about a bank robbery.” (“A Happy Vacancy”). Nifty!

Nog gekocht: A Tribute To Jack Johnson (Miles Davis), Kids (Larry Clark), Clerks (Kevin Smith, uit pure nostalgie), seizoen 2 van The Shield, Travels In The Scriptorium (de nieuwe Paul Auster) en Until I Find You (de meest recente John Irving). Verder ook nog een klein wit gesneden en twee appelflappen, maar dat is minder relevant.

NP: Albert Ayler – Live In Greenwich Village – The Complete Impulse Recordings (motherfucker!!)

(261106) Babel en het schijt.

Net gezien: Babel van Alejandro González Iñárittu, die ook al het fantastische Amores Perros (2000) en het sterke 21 Grams (2003) maakte. Ik heb eigenlijk niets toe te voegen aan de uitmuntende bespreking van Dennis Van Dessel, dus ga naar Digg*, lees de bespreking, geloof de man op z’n woord en ga nog eens naar de film. Zelfs als ik nog een regelmatig bioscoopganger zou zijn, zou deze film zonder moeite m’n Top 5 voor dit jaar binnenwandelen. (*****)

Dat ik geen kloten goesting heb om een iet of wat gefundeerde mening uit de doeken te doen, kan ook wel te maken hebben met het feit dat er al voor de derde keer is ingebroken in onze auto, en dat voor de tweede keer de radio gestolen is. Toen ik de filmzaal verliet rond 17u dacht ik nog dat die locatie (Kinepolis Brussel, where corporate money dictates) echt wel ideaal zou zijn voor potentiële autodieven: veel auto’s, donkere straten, veel “ontsnaproutes”. Blijkbaar heb ik het geduld van dat krapuul nog overschat. Iets minder spectaculair dan de vorige keer (inbraak op de parking net voor het politiekantoor), maar toch genoeg om ervoor te zorgen dat ik weer naar de verzekering kan bellen en bij Carglass langsgaan, wat me eigenlijk nog meer ergert dan de diefstal op zich.

Nog altijd bezig aan Eating Naked van Stephen Dobyns, maar intussen ook begonnen in Def Jam, Inc., Russell Simmons, Rick Rubin, and the Extraordinary Story of the World’s Most Influential Hip-Hop Label van Stacy Gueraeva.

NP: The Anwer – Rise (rip-off bollocks supreme)

(281106) 5 Jaar Goddeau, de Top 20.

Een tijdje geleden lanceerde goddeau een oproep: de lezers werd gevraagd te laten weten welke hun tien favoriete platen van de voorbije vijf jaar waren. Uit die inzendingen werd vervolgens een Top Twintig van de lezers gedistilleerd. De resultaten worden sinds gisteren in brokjes gepresenteerd op de website. Onder die resultaten ook de lijstjes van de medewerkers. Zo staat mijn bijdrage bij deel twee:

Van 20 tot 17

Van 16 tot 13

De lezers en ik verschillen redelijk grondig van mening (al vind ik mezelf deze keer minder conservatief), maar dat zal wel niet zo verwonderlijk zijn. Het staat u vrij commentaar te geven op de uitslagen; op goddeau, hier, of bij de enige echte RoenHetZwoen, de Galmaardense muziekminnaar die ook z’n duit in het zakje doet. Er staat ook nog een bespreking van Altar van SunnO))) & Boris die van mij komt.

En vanavond…. vanavond gaan we naar John Zorns Moonchild. Een welgemeend “FUCK, YES” is dan wel op z’n plaats.

NP: Melvins – de nieuwe

(291106) John Zorns “Moonchild”, AB – 28/11/06

Samengevat

moonchildLater meer.

Of ga intussen eens kijken naar deel 3 van de Top 20 v/d lezers op goddeau.

(301106) De top 10.

In navolging van de goddeau Top 20 (nu ook online: 8 tot 5) ook nog eens m’n eigen Top 10 van de voorbije vijf jaar. Alhoewel, die wisselt eigenlijk van dag tot dag, naargelang m’n stemming, etc. De volgorde van de tien platen hieronder is ook redelijk arbitrair. Het ene moment zal er vooral lawaai inzitten, een dag later kan het vooral gaan over Americana of pure pop. Net zo met m’n favoriete platen aller tijden. Het ene moment gaat dat over albums die veel voor me betekenden toen ik jonger was (Repeater van Fugazi, Zen Arcade van Hüsker Dü, de eerste Ramones), maar het kan ook gaan over Marquee Moon van Television, of Rock Bottom van Robert Wyatt, of Fun House van The Stooges, of Call Me van Al Green, of of… M’n favoriete plaat van dit decennium is wel nog altijd Here Come The Miracles van Steve Wynn & The Miracle 3, maar die was net iets te oud om in het lijstje te kunnen. Enfin ja…here goes

goddeau11. Johnny Cash  – American V: A Hundred Highways. De beste plaat van 2006 werd gemaakt door een dode. Het sluitstuk van de American-reeks (dat hoop ik althans) en een machtig vaarwel aan het leven. Het eerste deel blijft m’n favoriet, maar wat mij betreft veegt V wel de vloer aan met de andere albums (inclusief IV). Een bespreking. Track: “If You Could Read My Mind”

goddeau22. Brian Wilson – Smile. Ik ben nooit zo’n maniak geweest die op Smile-jacht ging. De echte fans zitten al jaren te zeveren over hoe het origineel moet geklonken hebben, of wat nu de bedoelingen waren van Wilson. Ik was niet eens wild van Smiley Smile, die nog steeds verkrijgbare plaat van The Beach Boys die enkele aanwijzingen gaf. Eigenlijk een plaat die ik na een pak luisterbeurten pas echt ben gaan appreciëren. Track: “Heroes And Villains”

goddeau33. The Mountain Goats – Tallahassee. De laatste van John Darnielle (Get Lonely) is best goed, maar het is niet opgewassen tegen dit halfvergeten pareltje. Ik wil er zelfs niet aan beginnen uit te leggen waarom het zou moeten beschouwd worden als een moderne klassieker. Track: “No Children”

goddeau44. Josh Rouse – 1972. De beste popplaat van het decennium, hands down. En dat is “pop” als in “classic pop”. Doordrongen van de vroege seventies. Jaja, James Taylor, Randy Newman, Al Green, etc. In een vorig leven nog een bespreking geschreven: hier. Track: “Comeback (Light Therapy)”

goddeau5a5. Pere Ubu – St. Arkansas. Postpunkvoorvaad’ren, waar veel te weinig mensen van beseffen dat ze nog steeds geweldig zijn. Vorig jaar super in de Palace in Brussel, dit jaar in de Beursschouwburg. Moeilijke, maar unieke band, nog steeds geleid door David Thomas, de frontman der frontmannen. Track: “Dark”

goddeau66. Drive-By Truckers – The Dirty South. Velen zweren bij hun dubbelaar Southern Rock Opera, of bij opvolger Decoration Day. Voor mij is The Dirty South zowat de beste classic rock-plaat van de laatste twintig jaar. Drie geweldige songschrijvers in één band. Muziek én tekst van een belachelijk hoog niveau. Track: “Where The Devil Don’t Stay”

goddeau77. Ok, ok, ik kan misschien niet helemaal objectief zijn in dit geval, maar laten we elkaar ook geen Emiel Goelen noemen: Mastodon is de beste metalband van dit decennium, en Leviathan was het beste dat de extreme metal was overkomen sinds Reign In Blood. En Blood Mountain is nog beter. Track: “Sleeping Giant”

goddeau88. McLusky – Do Dallas. Pokkeherrie. Ketellawijt. Krapuulkabaal. Titels als “Fuck This Band”, “Lightsabre Cocksucking Blues” en “To Hell With Good Intentions”. De stempel van Steve Albini, die de band drie keer dodelijker doet klinken dan op zijn debuut. De beste Welshe band sinds Daffyd & The Llandewy Poofters. Ouwe bespreking. Track: “Lightsabre Cocksucking Blues”

goddeau99. John Zorn – Filmworks 14: Hiding And Seeking. Verrassend toegankelijk, sensueel, mysterieus, en sober. Met de line-up van Electric Masada die enkele van de zwoelste songs van de laatste jaren neerzet. Met Marc Ribot, ja de geniale Marc Ribot, op gitaar. Een baksteen. Track: “Sekhel”

goddeau1010. Solomon Burke – Don’t Give Up On Me. Tja. Gotta have soul, right? Comeback van dat jaar. De sound, de songs, de stem. Een oude bespreking. Track: “Flesh And Blood”

(301106) De bom.

Verslag + foto’s van John Zorns “Moonchild” in de AB (28/11): ici.

Read Full Post »

%d bloggers liken dit: