FUCK THIS HATEFUL WORLD OF SHIT
Zo, dat lucht toch een beetje op en valt te verkiezen boven bebloede vuisten en dat soort vervelende toestanden.
Posted in Ergernissen, tagged fuck off on mei 21, 2008| 15 Comments »
FUCK THIS HATEFUL WORLD OF SHIT
Zo, dat lucht toch een beetje op en valt te verkiezen boven bebloede vuisten en dat soort vervelende toestanden.
Posted in Comedy, Helden, Onzin, tagged sjors on mei 19, 2008| 4 Comments »
etc.
(George Carlin)
Posted in Boeken, Helden, tagged datumloze dagen, jeroen brouwers, sint-jozefsinstituut, stefan brijs on mei 9, 2008| 12 Comments »
Ik leerde Brouwers (zijn boeken althans) kennen in de humaniora, toen ik eens Het verzonkene in handen kreeg. Met dit eerste deel uit de Indië-trilogie had ik meteen de smaak te pakken. Bezonken rood en het fenomenale De zondvloed volgden al snel. Ik deelde de liefde voor Brouwers ook met Stefan, een secretariaatsmedewerker van m’n school, die al even zot van boeken was, zelf naarstig werkte aan een eerste roman, zo vriendelijk was me een kladversie te laten lezen, en intussen ook al contact gehad had met zijn grote held. Het was bijzonder om als achttienjarige, in de vroege stadia van een oneindige literaire ontdekkingstocht, een gelijkgezinde te vinden bij het personeel van de school. Maar dat was daar mogelijk, verscholen in de bossen tussen Genk en Hasselt. Het contact is daarna wat verwaterd, het bleef bij de zoveel-jaarlijke sporadische contacten, maar het deed me wel deugd om te zien dat die eerste roman effectief gepubliceerd werd (in 1997), gevolgd werd door nog een reeks prima essaybundels, en dat hij twaalf jaar na onze nachtelijke leutersessie gelauwerd werd voor zijn derde roman, De engelenmaker.
Maar Jeroen Brouwers dus. Ik heb lang niet alles van hem gelezen (wat er wel o.m. tussen zat: debuut Joris Ockeloen en het wachten, Vlaamse Leeuwen, Groetjes uit Brussel, Zonsopgangen boven zee, Adolf & Eva & de dood, etc), maar op dat debuut na was er niets bij dat ik minder dan uitstekend vond. Brouwers is een uitermate bedreven essayist/polemist en een geweldig romancier, wat ook bevestigd werd door Datumloze dagen (2007). Ik las wat boeken van andere “Groten” als Reve, Mulisch en een aantal van Claus, maar nooit hadden ze met hun boeken een impact op me zoals Jeroen Brouwers. Claus mag dan wel de Koning van de Vlaamse Letteren geweest en jarenlang naar voren geschoven zijn als “onze” Nobelprijskandidaat, maar hij heeft me geen enkele keer weten te raken als Brouwers, wiens boeken een intensiteit, emotionaliteit en woordenpracht bezitten die ik bij Claus (in zijn romans althans) tevergeefs zocht.
Claus leek me te veel een betweter, een superieur stilist met een zwak voor epateren, ironische spielereien, bombarie, duffe navelstaarderij en een zelfmythologie. Het soort schrijver dat teert op rancune en aandacht en perfect gedijt in kunstenaarsmiddens waar hij van op z’n troon het gebeuren kon overschouwen en al dan niet goedkeurend knikken. Dan maar de misantropie, de eenzaamheid, de angsten van Brouwers, die vanuit z’n huis in de Limburgse bossen werkt aan een oeuvre dat stilaan gargantuesk genoemd kan worden. En Datumloze dagen is opnieuw een hoogtepunt in zijn carrière. Het is eenvoudig van opzet en bescheiden in omvang, maar het heeft de kracht van een overweldigende emotionele orkaan. Ik heb er geen idee van in welke mate het boek biografisch is (in zekere mate moet dat het geval zijn), maar deze monoloog van een eenzaat op leeftijd en zijn terugblik op zijn leven en in het bijzonder zijn relatie met zijn (aanvankelijk ongewenste) zoon, pakt uit met een naakte rauwheid en genadeloze introspectie, geboetseerd in een onnavolgbare woordenpracht.
Ik probeer met opzet om hier geen traditionele recensie te schrijven, m’n beperkte talent zou Datumloze dagen waarschijnlijk geen recht kunnen doen. Laat het volstaan te zeggen dat het een superieure roman is die inslaat op hoofd, hart én buik met een overweldigende impact. Na die laatste bladzijde is het een tijdje bekomen. Stilistisch kent Brouwers zijn gelijke niet in dit taalgebied, of toch amper (Van der Heijden mag in z’n schaduw zitten), hij legt de lat belachelijk hoog. Tegelijkertijd weet hij ook te raken met perfect verwoorde formuleringen, vergelijkingen en nietsontziende zelfkritiek. Goed gezind word je niet van dit boek. Meer nog: als alle boeken deze wrange combinatie van schaamte, eenzaamheid en spijt zouden uitdragen, dan hing ik lange tijd geleden waarschijnlijk met een strop rond m’n nek aan een balk te bungelen, maar man, wat een genadeloze oplawaai, wat een gruwelijk goed boek. (*****)
NP: John Coltrane – Live At The Village Vanguard
Posted in Onzin, tagged patattenzak on mei 8, 2008| Leave a Comment »
Posted in Boeken, Muziek, tagged 23 minutes over brussels, alan vega, martin rev, suicide on mei 8, 2008| 7 Comments »
Ode aan the cult band to rule all cult bands. Dat laatste is althans waar Nobakht de lezer van probeert te overtuigen. En Suicide is wel degelijk een van de meest unieke en kleurrijke bands uit de muziekgeschiedenis. Ze waren op en top New Yorks en beïnvloed door bands als The Velvet Underground en The Silver Apples begonnen ze rond 1970 reeds uit te pakken met hun radicale electro/rock-‘n-roll-experimenten. Dit was jaren voor grote sier gemaakt werd in CBGB’s door schoon volk als Television en the Ramones, voor The New York Dolls naam en faam vestigden in het Mercer Arts Center. Er zijn weinig bands die zo hard categorisatie hebben geprobeerd te weerstaan en toch met zoveel genres en generaties in verband zijn gebracht. En die naam! Commerciële, euh, zelfmoord! Ze speelden niet enkel een rol in de ontwikkeling van de electro/dance (en worden op handen gedragen door volk als Aphex Twin en die van LCD Soundsystem), maar worden ook gezien als een enorme invloed op artiesten als The Jesus & Mary Chain, Primal Scream, Stereolab, Henry Rollins (die o.m. ook werk van Vega uitbracht op 2.13.61) en talloze andere punk-, wave-, shoegaze-, postpunk-, bleep-, ruis- en experimentele bands. Niet slecht voor een duo dat een jaar of zeven nodig had om zijn debuut op te nemen, een debuut dat dan ook nog eens een pak makker klonk dan de live performances moeten geweest zijn. En performances waren met, met de confronterende, loeiharde beats en geluidslagen van Rev en de hyperkinetische idiotie van Vega, die rondhoste als een Elvis op speed en geen confrontatie uit de weg ging. Ze maakten één klassieker, de titelloze met de bloedcover, waarop ze nu eens klinken als de electroversie van The Stooges, dan weer als een sinister Kraftwerk of een dolgedraaide freakshow, tijdens hun signature song “Frankie Teardrop”, meteen ook de geboorte van de aurale nachtmerrie. Het is een ongemeen boeiend verhaal dat Nobakht weet te vertellen, een aaneenstrengeling van mislukte pogingen, tegenslagen, indrukwekkende volharding, chaos en, geleidelijk, van achterstallig respectbetoon. Het probleem dat ik met dit boek had was dat het, net als bvb. Please Kill Me, het bejubelde punkboek van Legs McNeil en Gillian McCain, een oral history is. Suicide: No Compromise bestaat voor 90% uit quotes. Positief: zowel Vega en Rev als zowat alle belangrijke schakels en jongere generaties doen hun duit in het zakje. Nadeel: weinig analyse, weinig persoonlijke inbreng van de auteur en hier en daar een té hoog fanboy-gehalte. Desalniettemin is het essentiële kost voor fans en sympathisanten, liefhebbers van klassieke New Yorkse bands en de geschiedenis van een rasechte cult act. (***1/2)
P.S.: De makkelijkst verkrijgbare (en beste) editie van het debuut is een 2CD, waarvan de tweede CD naast opnames in CBGB’s ook 23 Minutes Over Brussels bevat, een legendarisch, vroegtijdig afgebroken optreden in het voorprogramma van Elvis Costello dat al snel uitmondde in pure chaos. Het is inderdaad zo dat er einde jaren zeventig nog makkelijk te scoren en shockeren viel, maar de manier waarop dit spektakel uit de hand loopt is ronduit hilarisch.
P.S. 2: Rev was niet enkel een leerling van Lennie Tristano, maar Suicide speelde begin jaren zeventig ook in het voorprogramma van Zoot Sims in het voormalige Birdland. Surrealisme!
NP: Stinking Lizaveta – III
Posted in Boeken, Crime, tagged dwaalsporen, henning mankell, misdaad, wallander on mei 8, 2008| Leave a Comment »
Onlangs gelezen: dit vijfde deel uit de Wallander-reeks van de Zweedse misdaadauteur. Plus: de continuïteit van Wallanders geschiedenis. De beslagen ouwe rot past prima in het rijtje obsessieve rechercheurs met Morse (Colin Dexter), Rebus (Ian Rankin) en Banks (Peter Robinson), al is hij eerder het slachtoffer van Scandinavische melancholie en niet van het wegvretende cynisme dat zijn Angelsaksische collega’s drijft. In Dwaalsporen (1995), dat draait rond een op hol geslagen seriemoordenaar die schijnbaar zonder enig verband vooraanstaanden scalpeert en op andere creatieve manieren over de kling jaagt, valt ook opnieuw de licht maatschappelijk geëngageerde inslag op. Probleem is dat Mankells goedbedoelde bekommernissen na enkele delen lichtjes belegen beginnen te klinken. Neen, Zweden is géén Aards Paradijs of weggemoffelde natie bevolkt door braven, en ja, het is wél een moderne, amorele maatschappij die geen comfortabele schoot kan bieden aan de burgers, we weten het intussen wel, meester. Onderhoudend is het boek zeker, al is het onnodig lang gerokken (in tegenstelling tot het superieure Midzomernachtmoord) en lijkt het net iets te veel geïnspireerd door de serial killer-hausse van zijn tijd. Prima stuff voor twee lege avonden, maar geen openbaringen hier. (***)
Henning Mankell. Dwaalsporen. De Geus: Breda, 2006. 512 pag.
NP: Steve Reid Ensemble – Daxaar
Posted in Film, tagged actiefilm, the bourne ultimatum, voorartyprentenbentuevenaanhetverkeerdeadres on mei 6, 2008| 5 Comments »
Ook nog gezien: de met schroot gevulde adrenalinepulp van The Bourne Ultimatum (2007). Net als het vorige deel van de trilogie – The Bourne Supremacy – van de hand van regisseur Paul Greengrass (United 93), die de beproefde formule verderzet. Het probleem: het verhaal heeft niets om het lijf. Flinterdun. Rizla-dun. Door het gebrek aan narratieve impuls voelt het aan als een gerekte coda bij deel twee. Wat rest: een aaneenschakeling van achtervolgingen, kwistig uitgedeelde, welgeplaatste muilperen en nog meer spectaculaire achtervolgingen. Die actie is echter zo goed en meeslepend in beeld gebracht dat je als kijker bijna gedwongen wordt om te participeren. Hier dus geen klassieke excessieve explosies, rondborstige dellen en rollende spierbundels, maar iets meer gestileerde geweldballetten gemarineerd in een pseudo-stijlvolle Europese saus zoals in Ronin, etc. De razende achtervolging door de steegjes en over de daken en balkons van Tanger is bloedstollend goed in beeld gebracht. Daar komt dan nog bij dat missiemens Matt Damon de bijna perfecte actieheld een menselijk gezicht mag/kan geven en net iets meer sympathie afdwingt dan de Vin Diesels van deze wereld. Extra bonus: de aanwezigheid van acteerkanonnen als David Strathairn en Albert Finney, die echter te weinig kans krijgen om uit te blinken. Die laatste valt met z’n gejammer in de finale zelfs op in negatieve zin. Al is het niks in vergelijking met de belegen Bourne-serie met Richard Chamberlain (wie kent hem nog?) van zo veel jaar geleden. (***1/2)
NP: Constantines – Kensington Heights
Posted in Concerten, Muziek, tagged drunkard's masterpiece, johnny dowd, n9 on mei 3, 2008| 9 Comments »
Als je even niet (weinig) de tijd en de mogelijkheid hebt om naar concerten te gaan, dan is het bijzonder mooi meegenomen als die schaars bijgewoonde momenten memorabel blijken te zijn. Om maar te zeggen dat Johnny Dowd de N9 gisteren platspeelde met zijn typische mix van bravado, ongein, genialiteit en dementie, geruggensteund door het fantastische trio Kim Sherwood-Caso (zang), Michael Stark (toetsen) en Matt Morano (drums), die op imposante wijze Willie B. verving. Natuurlijk weer voor dertig man en een paardekop (waar zat u eigenlijk?), maar dat drukt de pret niet in Dowdland.
NP: Raymond Scott – Soothing Sounds For Baby, Vol. 1