Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for juli, 2009

ikea

’t Zou niet lang duren. We hadden enkel een stoel nodig. Wat glazen. Van die eenvoudige keukenglazen, met ringen. Raprap wat dingen meegraaien. Je kent dat, je loopt die winkel nooit buiten met lege handen. Eindeloze rayons vol goedkope rommel waarvan de helft tegen de winter naar de kloten is. Dinsdag, late namiddag. Kalmste moment van de week! Wist ik veel dat dat een leugen was. Wist ik veel dat winkelend Vlaanderen, op deze locatie vooral vertegenwoordigd door verliefde, vers samenhokkende stelletjes en zwangere en kinderwagens voortstotende jonge vrouwen, het drentelen, slenteren en in de weg lopen tot een kunstvorm verheven heeft. Nooit zet ik nog een stap in die ellendige rotwinkel. Ik heb er echt geen geduld meer voor. Zelfs de hotdog van 1,20 euro laten passeren. En ik ben nochtans een hotdogliefhebber.

NP: Aereogramme – My Heart Has A Wish That You Would Not Go

Read Full Post »

 elvispeeters

  • Elvis Peeters – Wij. Er zit zo’n parental advisory-stickertje op het boek. Terecht, want de gemiddelde lezer wordt in Wij getrakteerd op enkele memorabele scènes die ongetwijfeld behoren tot de hardste uit de Nederlandstalige literatuur. Peeters zorgt er gelukkig voor dat het niet uitmondt in een goedkope grand guignol van gewelddadige pulp of scatologische waanzin, noch in een al te duidelijke satire à la American Psycho. Wat hij er precies mee wil zeggen – een doemscenario, een waarschuwing, een lichte uitvergroting van maatschappelijke onverschilligheid – is me niet steeds heel duidelijk, al is het een feit dat de combinatie van afstandelijkheid, droge rapportering en de excessen en gevoelloosheid van de personages onder de huid kruipt. Een groepje jongeren geeft zich over aan steeds extremere spelletjes waarbij de grens steeds wordt verlegd en uiteindelijk nergens te bekennen is. En het gaat verder dan kinky toestanden en klassieke puberongein: exhibitionisme met dodelijke gevolgen, groepsseks, sadisme, prostitutie, geweld voor de kick, het passeert allemaal en lijkt geen ander doel te dienen dan ontsnappen aan een realiteit die nog weinig te bieden heeft. Het thema van zinloos geweld en opgroeiende jongeren die er een totaal andere waardenschaal en belevingswereld op nahouden dan de generaties voor hen is al zo vaak beschreven geweest, maar zelden met zo’n meedogenloze ongeremdheid, waardoor je het gevoel krijgt deel te nemen aan een dissectie tot op het bot. Wij kent z’n kleine inzinkingen en enkele jongeren zijn nu en dan net iets te mondig en zelfbewust aan het leuteren om geloofwaardig over te komen, maar je jaagt de pagina’s erdoor, gefascineerd door de tastbaar gemaakte gruwel en leegheid. Nu nog de film. (****)
  • Elvis Peeters – Spa. Mijlenver verwijderd van Wij. Spa is een kort, raadselachtig verhaal, dat begint als een combinatie van een kafkaiaanse parabel en het scenario van een minimalistische, experimentele film. Vrij intrigerend, overduidelijk zorgvuldig geconstrueerd als schimmige vertelling. Onderkoeld en onheilszwanger, al voelt het ook wat onderontwikkeld aan. (***)
  • Erlend Loe – Tang / Maria & José / Naïef. Super. / Doppler / Volvo Vrachtwagens. Vier romans en een geïllustreerd verhaal van een Noorse schrijver met een hoogst aaibare, charmante, grappige en soms wat onnozele stijl. De boeken zijn ondanks hun weemoedige bekommernissen en terugkerende eenzaamheid nergens zwaarmoedig. Loe schrijft eenvoudig en met veel ironie, wat z’n boeken tijdens hun beste momenten een onschuldige kinderlijkheid geeft, al wil die soms wel te veel flirten met absurde oppervlakkigheid en halzachte beschouwingen over eenzaamheid en radeloosheid die vooral herkenbaar zullen zijn voor jongeren die nood hebben aan een spiegel die hen gegarandeerd een hart onder de riem zal bezorgen. Stuk voor stuk degelijke, maar vluchtige werken, ‘tof’ zolang ze duren, maar daar houdt het bij op. Ofwel ben ik intussen gewoonweg te cynisch geworden. Uitzondering: Maria & José, een wondermooie variant op het scheppingsverhaal met excentrieke illustraties van Kim Hiorthoy. (***/****/***/***/***)
  • Ethan Hawke – The Hottest State. Inderdaad, de acteur. Dit moet zowat het meest klassieke debuut denkbaar zijn. Intelligente adolescenten die zich overgeven aan een tumultueuze verhouding die bij voorbaat gedoemd was om te mislukken. Je hebt het allemaal al eerder gelezen en gezien, het spelletje dat jonge geliefden met elkaar spelen, de verwarring, emotionele rollercoaster en ontnuchtering die erbij komt kijken, maar Hawke gaat nergens op z’n bek. The Hottest State is een bescheiden roman, met een franjeloze stijl, waardoor het nooit gekunsteld of onwaarachtig wordt. (***)
  • Ethan Hawke – Ash Wednesday. Al even klassiek, deze variant op het desastreuze liefdesverhaal, maar dan in onvervalste road movie-stijl, en een pak beter dan z’n voorganger. De hoofdpersonages zijn beter uitgewerkt en genuanceerder, de dialogen zijn sterker en het gebruik van steeds wisselende perspectieven werkt uitstekend. De droge, realistische stijl doet wat denken aan die van Willy Vlautin, al zit in Ash Wednesday niet zo’n forse dosis ontgoocheling. Een uitstekende, melancholische tweede. (****)
  • Charlotte Roche – Vochtige Streken. Onderwerp van een mediacirkus, dit Duitse schandaalboek over een jonge vrouw die het onverbloemd heeft over haar seksuele escapades, haar obsessie met hygiëne (of het gebrek eraan, getuige de eindeloze lofzangen over ongewassen kutjes, besmeurde slipjes, lijfgeuren en achtergebleven voorvocht- en spermavlekken) en haar van uitpuilende aambeien voorziene aars. Ik kan best geloven dat het voor somige vrouwen een bevrijdend werkje is, je leest immers zelden zo’n openhartige verhalen over de aspecten van lichaam en seks die altijd worden weggelaten in romans en films, al gaat het hier om een aaneenschakeling van pseudo-aanstootgevende beschouwingen zonder enige literaire waarde. Hier en daar bevat het een aantal hilarische momenten en gortdroge opmerkingen, al is het uiteindelijk, net als bij heel wat andere mediaspektakels, niet meer dan een storm in een glas water. (**)

… stay tuned for more.

NP: Richmond Fontaine – Post To Wire

(foto E. Peeters © Libelia De Splenter)

Read Full Post »

hubertselby

Opnieuw thuis met een oudewijvenaandoening. Het uitgelezen moment om op een rijtje te zetten wat ik las sinds 29 mei:

  • Raymond Carver – Elephant. ’s Mans laatste bundel (1988), samengesteld uit verhalen die hij in de jaren voor z’n dood schreef. Opnieuw valt de lengte van enkele verhalen op, wat sommigen deed denken dat de man zich aan een roman ging wagen. De stijl ligt in het verlengde van de vorige bundels, de inhoud ook. Huwelijken zijn er om op de klippen te lopen, het concept van een soul mate is ridicuul en irriterend ongemak hangt als een waas over gefnuikte ambities. Opmerkelijk: het afsluitende verhaal “Errand”, waarin de schrijver zich voorstelt hoe zijn grote voorbeeld (Tsjechov) aan z’n einde kwam. (****)
  • Hubert Selby, Jr. – The Room. Vermoedelijk het hardste, meest meedogenloze boek in m’n boekenkast. Was Last Exit To Brooklyn al een beproeving, dan doet The Room er nog een schepje bovenop, met z’n giftige cocktail van walging, sadisme en obsessiviteit. Nu eens voelt het aan als een kafkaiaanse nachtmerrie (een man wordt om onduidelijke redenen opgepakt en opgesloten), dan weer als een gruwelijke dissectie van een geest die laveert tussen grootheidswaanzin, groteske geweldfantasieën en ijskoude misantropie. Een wrange, deprimerende aanklacht waarvan Selby zelf zei dat hij hem jaren niet durfde lezen. En toch geschreven met zo veel vuur en met zo’n overdonderende taalvloed. Een modern meesterwerk, al zal de taaie, onverbiddelijke monotonie er voor velen te veel aan zijn. (*****)
  • Michael Connelly – Blood Work. Na jaren van willekeurig lezen heb ik dan maar besloten om de Connelly’s die ik nog niet las chronologisch te verwerken. Blood Work, verfilmd door Clint Eastwood (matig filmpje, als ik me niet vergis) draait rond Terry McCaleb, die zou terugkeren in A Darkness More Than Night. Een wat vreemde misdaadroman, die soms vervaarlijk dicht bij het terrein der medische thrillers dreigt te belanden, maar uiteindelijk (na wat kabbelende hoofdstukken) wel afstevent op een ingenieuze finale. (***1/2)
  • Michael Connelly – Void Moon. M’n 12e Connelly als ik goed geteld heb. Opnieuw een nieuw centraal personage, dat vermoedelijk niet meer terugkeert. Vaart een andere koers dan de vorige boeken, met Las Vegas als setting, en ligt eigenlijk meer in de lijn van werk van Elmore Leonard (Rum Punch, Stick, etc). Mist de ingenieuze complexiteit en karakteruitdieping van de Bosch-romans, al is het gebrek aan overtollige bullshit nog steeds erg verfrissend. (***1/2)
  • Neil Gaiman – Neverwhere. Snuggere fantasy, gebaseerd op de gelijknamige tv-reeks, die onvoldoende zou aansluiten bij Gaimans visie. Wist me snel op te zuigen in zijn universum, met clevere humor en kleurrijke personages, al begon de fascinatie naar het einde toe wat te tanen. (***1/2)
  • Denis Johnson – Tree Of Smoke. Verwarrende, kolossale post-Vietnamroman die ergens het midden houdt tussen de gewelddadige, politieke paranoia van James Ellroy en de psychologische horror van Tim O’Briens romans. Sommige scènes staan nu nog op m’n netvlies gebrand (en dat terwijl ik doorgaans erg bedreven ben in het vergeten van plotlijnen en cruciale scènes), anderzijds kan ik me nog goed herinneren hoe vaak ik me moed moest inspreken om me door enkele al te saaie passages te worstelen met dialogen vol subtiele betekenislagen die me al te vaak ontgingen, ellenlange beschouwingen over politieke en militaire verhoudingen en tactische spelletjes waar je hoofd van gaat duizelen. Net als Richard Powers’ The Time Of Our Singing is Tree Of Smoke een monumentale klepper waar je snel respect voor opbrengt, maar waar je moeilijk van kan houden. (***)
  • Ian McEwan – The Cement Garden. Vijftien jaar nadat ik het voor het eerst las en de verfilming zag, vind ik het nog steeds een morbide pareltje, deze roman (McEwans debuut) over volwassen worden, (incestueuze) liefde en de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelpaden die jongeren voor zichzelf uittekenen. Voor velen ongetwijfeld een vies staaltje perversiteit, maar eigenlijk viel me nu pas op hoe grappig het boek(je) ook is. Een kleine klassieker. (****)
  • Michael Chabon – The Final Solution: A Story Of Detection. Ik heb er eigenlijk geen idee van wat Chabon wilde bereiken met deze update van de Conan Doyle-traditie. Het naamloze hoofdpersonage, een gepensioneerde detective die niemand anders dan Sherlock Holmes kan zijn, wordt meegesleurd in een complex mysterie dat gevoed wordt door een traditie van misdaadromans, maar natuurlijk ook de verwachte onvolkomenheden in zich draagt van een literair bewuste pastiche. Allemaal erg vaardig geconstrueerd, al is dat ook net het probleem van het boek. Het is een oefening, misschien een wat hooghartige poging van een romancier om zich ook aan genrefictie te wagen, maar het blijft echter bij een poging. The Final Solution is te zelfbewust en te artificieel om echt te beklijven en mist een ziel. Na drie leeservaringen waar ik meer van had verwacht is het misschien ook tijd om onder ogen te zien dat het nooit écht zal klikken tussen Chabon en mij. (**)
  • Kathy Acker – Pussycat Fever. Licht provocerende roman met illustraties (van Diane DiMassa en Freddie Baer) van de koningin van de postmoderne transgressieve literatuur. Een avontuur over seks en verlangen, lesbianisme en masturbatie, high school-meisjes en hun Freudiaanse avonturen. Een onsamenhangende combinatie van pulp, psychiatrie en postmoderne pret. Dan liever Fritz The Cat. (*1/2)
  • Shirley Collins – America Over The Water: A Musical Journey With Alan Lomax. Shirley Collins is een vergeten sleutelfiguur uit de Engelse folk. Ze maakte platen in het verlengde van de folkrock die in zwang was aan het einde van jaren zestig (Fairport Convention, Pentangle, etc), maar experimenteerde ook met Renaissancegeluiden, waardoor ze o.m. ook een cultfiguur werd voor figuren als David Tibet (die het voorwoord schreef). Nog boeiender wordt het als je te horen krijgt dat Collins een verhouding had met Alan Lomax (ze was net geen tiener, hij was 20 jaar ouder) en hem vergezelde tijdens een reis door het Amerikaanse zuiden in 1959, een reis die achteraf vooral bekend zou worden door de ontdekking van bluesheld Fred McDowell. Het boek wil enerzijds een biografie van Collins bieden en anderzijds een reisverslag aan de hand van foto’s, documenten en herinneringen. Collins’ stijl is eenvoudig, maar oprecht en vol zelfrelativerende humor. Er zijn een aantal passages die redelijk veel vertellen over de intenties en het karakter van Lomax en nu en dan is Collins ook niet te beroerd om toe te geven dat ze het herhaaldelijk niet bij het rechte eind had (o.m. door te voorspellen dat het nooit wat zou worden met Bob Dylan). Een must read voor iedereen met een interesse voor folk, Lomax, rootsmuziek. TIP: op 11/10 komt Collins haar verhaal doen in de AB, dat in het najaar ook een Lomax-eerbetoon op poten zet. Overzicht hier. (****)
  • Stephen Clarke – A Year In The Merde. Clarke doet een Bill Bryson met deze hilarische komedie over een in Parijs verzeilde Londenaar die tijdens zijn werkverblijf aan den lijve mag ondervinden dat de continentale stijl en de zijne mijlenver van elkaar verwijderd zijn. Natuurlijk gaat het over heel wat clichés (mooie vrouwen, de culinaire cultuur, de staakmanie, etc), maar het is zo fijn verweven in het verhaal en, vooral, aan elkaar gehaakt met zo’n vloed aan grappen en oneliners dat ik de grijns met moeite van m’n muil geveegd kreeg. En dan neem je die vrouwonvriendelijke steekjes er ook bij. (***1/2)

…wordt vervolgd in deel (10)

NP: The Undertones – The Undertones

Read Full Post »

sonicyoutheternalOpnieuw een fijne plaat, dit zestiende studiowerk (de SYR-reeks even buiten beschouwing gelaten), met fijne sound, fijne songs en fijn artwork, maar zo’n slordige twintig jaar nadat ik voor het eerst achterover gekwakt werd door Goo moet ik toch toegeven dat het persweegekerm van Kim Gordon me danig op de zenuwen begint te werken.

En SYR8: Andre Sider Af Sonic Youth, is dat verplichte kost?

NP: Sonic Youth – The Eternal

Read Full Post »

efteling

Het was twintig jaar geleden dat ik nog eens in De Efteling was. Wat opviel:

– het is er groter dan in m’n herinnering, de parking beslaat een oppervlakte waar je Walibi én Bellewaerde (bestaat dat nog?) op kan zetten
– het is er verdacht proper; je vindt er werkelijk geen enkel verloren papiertje of bloemenperkje dat er niet hoort te zijn
– al die ‘opwindende’ attracties maken me nog steeds misselijk als ik er nog maar naar kijk
– Nederlanders zijn verdacht vriendelijk, ook als dat niet van hen wordt verwacht
– Nederlanders spreken gemiddeld 10 dB te luid, altijd en overal

De garagerockinstituten Gories en Oblivians, beide tijdelijk herenigd, speelden trouwens fijne concerten vorige week in de 4AD, al had het concert van de eerste band iets korter mogen zijn (short sharp shock, etc) en dat van die tweede iets consistenter van kwaliteit. Niettemin prima gerammel.

NP: Louis Armstrong – Plays W.C. Handy

Read Full Post »

%d bloggers liken dit: