“Misschien zegt het wel iets over de tijdsgeest, of misschien is het gewoon stom toeval, maar de voorbije jaren schijnen filmmakers niet meer in staat te zijn om simpelweg een escapistische avonturenfilm te maken zonder er een hele mythologie aan op te willen hangen. (…) Niet tevreden met de bescheiden ambitie om gewoon een spannend jongensverhaal te vertellen, kondigen al deze films zich aan als de aanzet van een lang epos, gesitueerd in een uit de eigen duim gezogen universum.” Verzuchtingen van filmrecensent Dennis Van Dessel in een tekst over het recent verschenen The Sorcerer’s Apprentice, en woorden waar ik meteen aan moest denken bij het bekijken van Raiders Of The Lost Ark.
Toen ik een kleine twee jaar geleden een Spielberg Top 23 op deze pagina’s kwakte, zette ik Raiders Of The Lost Ark op een sterke zesde plaats (want laten we vooral niet vergeten dat Spielberg een paar meesterwerken gemaakt heeft). Dat was eigenlijk puur op gevoel en herinneringen, want ik besefte gisteren dat het al erg lang geleden was dat ik de film nog gezien had. Nu viel me ineens op hoe traag de film is en hoe verouderd hij al aanvoelt. Dat heeft niet enkel te maken met de intussen sterk geëvolueerde special effects (de eindscène, met de Ark die geopend wordt, ziet er echt lachwekkend amateuristisch uit), maar ook met de overacting van heel wat acteurs en het feit dat deze film eigenlijk veel meer gemeen heeft met de klassieke superproducties van de jaren vijftig en zestig dan met de visuele spektakels van 2010.
Het mooiste aan de film is de onbeschaamde fun die het uitstraalt. Het verhaal hangt hier en daar met haken en ogen aan elkaar, en soms lijkt het op een veredelde kinderfilm, maar dan is het wel een immense guilty pleasure. De ene onwaarschijnlijkheid na de andere stapelt zich op, maar je slikt het allemaal, omdat het er met zo’n vaart en guitige jongensachtigheid aan toe gaat. De dag van vandaag zou zo’n film gebrek aan ambitie verweten worden, maar dan zou er wel voorbij gegaan worden aan het onmiskenbare vakmanschap dat de film uitademt. Het werkt waar het moet werken en het blijft boeien, net zoals de beste jeugdboeken uit de jongere jaren dat deden. Ik ga het tweede deel zeker ook nog eens proberen mee te pakken, net als het uitstekende derde, dat ik vrij recent zag. Het slaapverwekkende vierde deel kan dan weer de pot op. Maar OK, met deze Raiders Of The Lost Ark heb ik me kostelijk geamuseerd. (“Kostelijk” wilde ik al zo lang eens gebruiken) (****)(126)
NP: John Zorn – Filmworks XXIV: The Nobel Prize Winner
Over Indiana ga ik mij niet uitlaten, maar wat is je eerste impressie van ‘Filmworks XXIV: The Nobel Prize Winner’?
Echt iets voor romantische zieltjes! Tijd voor een nieuw lief! 🙂
(en verder: mooi, soms wat wollig en iets te lang, maar ik moet het eerst nog een paar keer opleggen)
Ik hou het wel bij de huidige. 🙂
Toch beetje het gevoel dat het de laatste tijd vaker wat ‘wollig’ is (die term moet ik onthouden)…bij ‘Alhambra Love Songs’ viel dat nog in de smaak, maar de recentere platen gaan daar net iets te ver in (vooral in het gebruik van vibrafoon).
klopt wel (zie ook “in search of the miraculous” en “the goddess””)- misschien toch door de hoge productiviteit. veel schone schijn waar niet altijd even veel substantie achter steekt
“Haborym” vind ik dan weer uitstekend
Op die moet ik nog even wachten (het vakantiegeld komt bijna binnen).
Heb je de nieuwe van Vijay Iyer al gehoord/besteld? Een van de weinige albums waar ik naar uitkijk…(met mijn schamele budget kan ik niet altijd de dingen kopen die jij aanprijst). 🙂
ik heb ‘m besteld. nog altijd spijt dat ik het optreden met mahanthappa eerder dit jaar moest missen, dat was naar verluidt super. hun cd “raw materials” is ook wel de moeite.
(er komen ook een paar concerten aan einde dit jaar/begin 2011)