Waar ligt de grens tussen excentriciteit en waanzin en/of hoe omgaan met de immense grijze zone ertussen, dat lijkt zowat de belangrijkste bekommernis van Doctorow in zijn elfde roman Homer And Langley, het zoveelste in een lange reeks van werken waarin feit en fictie gecombineerd worden en elkaar voor de voeten lopen. Doctorow bouwde in het verleden al vaker romans rond bestaande personen of gebeurtenissen (een wereldtentoonstelling, het proces van Julius en Ethel Rosenberg, etc), en dat is hier niet anders. Hij heeft zelfs de namen van de betrokkenen niet aangepast. Homer en Langley Collyer waren twee broers met een intussen mythische status in de Amerikaanse maatschappij (zeker de moeite om eens te lezen).
Ze waren de twee teruggetrokken zonen van een rijk geslacht dat zich in de 19e eeuw gevestigd had op Fifth Avenue in New York. Na het overlijden van de ouders wordt hun gedrag steeds vreemder, tot ze zich op een dag gewoonweg niet meer buiten vertoonden. Uiteindelijk werden, kort na WO2, hun lijken gevonden in het onderkomen huis, dat volgestouwd was met 130 ton afval, gaande van kranten en boeken tot fornuizen, meubels en andere rotzooi. In het boek gaat het zo ver dat Doctorow de broers een T-Model Ford laat ontmantelen om in de living terug in elkaar te steken.
De schrijver haalt wel meer stoten uit die niet ‘kloppen’: zo laat hij beide broers een paar decennia langer leven en passeert op de achtergrond bijna een geschiedenis van de 20e eeuw, met de gruwel van de eerste WO (waar Langley bijna het leven laat), tot de studentenrevoltes en politieke omwentelingen van de jaren zestig en zeventig. De auteur heeft het daarbij niet enkel over gedrag dat in toenemende mate asociaal of in de ogen van sommigen als waanzinnig bestempeld zal worden, maar naar goede gewoonte is het ook een boek dat net zo goed iets te vertellen heeft over de op drift slaande Amerikaanse maatschappij in de voorbij eeuw.
Dat verloopt heel lang erg goed, omdat het een gouden zet was om het verhaal te laten vertellen door Homer, de muziekminnende blinde broer. Door zijn ogen krijgen we een mooi, soms poëtisch beeld van de financiële, sociale en psychische desintegratie van het broederpaar en hun ongemakkelijke, steeds stroever verlopende relatie met de buitenwereld. Een paar keer gaat het de mist in (de scènes waarbij de oudjes uitgroeien tot een stel goeroes voor een bende bloemenkinderen is echt wel onnozel), maar dan komt er dat einde, dat een verrassend emotionele mokerslag uitdeelt. De hoogdagen van The Book Of Daniel liggen al even achter hem, maar met Homer And Langley laat de intussen bijna tachtigjarige schrijver zien dat hij nog een paar goeie verhalen te vertellen heeft. (***1/2)(75)
- Doctorow, E.L.. Homer And Langley. London, Little & Brown: 2009. 208 pag.
NP: Floored By Four: s/t
Verschrikkelijk genoten van Ragtime ooit, dus toch nog maar eens op zoek gaan naar ander werk. Thanx voor de tip.