Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘YouTube’ Category

v5

Vanavond eindelijk, EINDELIJK naar the Vandermark 5 in Hasselt, voor hun enige optreden op Belgische bodem. Ken Vandermark zorgde er op z’n eentje al voor dat m’n albumcollectie het voorbije anderhalve jaar met een stuk of dertig eenheden aangroeide. Ik zag de man laatst aan het werk met Peter Brötzmanns Chicago Tentet in Amsterdam, maar nu dus eindelijk de kans om hem bezig te zien met wat doorgaans als z’n hoofdproject beschouwd wordt, een kwintet dat als geen ander de grens tussen improvisatie en compositie verkent. Nu eens filmisch-suggestief en ingetogen, dan weer hard swingend of vrij improviserend, virtuoos en steeds met zin voor avontuur en variatie. Daarnaast is hij ook nog bezig met talloze andere projecten, gaande van duo’s, trio’s, kwartetten en kwintetten tot heuse big bands, opnieuw dansend tussen postbop, free jazz en vrije improvisatie, maar een gedetailleerde bio zou nu te ver leiden. Een ding is zeker: zelden gaan productiviteit en kwaliteit op zo’n overtuigende manier hand in hand. De man gaat me nog financieel ruïneren.

Line-up: Ken Vandermark (sax/basklarinet), Dave Rempis (sax), Fred Lonberg-Holm (cello), Kent Kessler (bas), Tim Daisy (drums/percussie). “One of the finest bands to emerge from North America in the last 20 years”, schreef Thom Jurek op allmusic.com. Ik kan het alleen maar beamen, de tien studioalbums en de live-opnames blijven na talloze draaibeurten nog steeds fascineren.

Onlangs verscheen op Kwadratuur een boeiend interview met de man. HIER

In het voorprogramma: de Belgische vibrafoniste Els Vandeweyer, die de strijd aanbindt met 3/5e van de V5 (Lonberg-Holm en de ritmesectie).

Voor de late beslissers: er zijn nog tickets. Het is een kans om vurige jazz, meeslepend én experimenteel, van het hoogste niveau te zien zonder al dat zelfbevlekkende gelul, hoge inkomprijzen, rolkraagtruitjes en Martini. Of zoals een van de albumtitels de aanpak van de band mooi samenvat: Elements Of Style, Exercises in Surprise. Tot straks!

Read Full Post »

Ooit was ik een beetje fan van Soundgarden. Zo ergens in ’t begin van 1992. Het was de tijd van Trompe Le Monde, Magnapop, Check Your Head,  Loveless en Blue Lines. Opwindende tijden voor een snotneus. In Seattle had Nirvana Nevermind, Pearl Jam Ten, The Screaming Trees had Sweet Oblivion en Soundgarden had Badmotorfinger, met “Jesus Christ Pose”, “Outshined” en “Rusty Cage”. Daarna volgde nog een goeie plaat, Superunknown, (“Black Hole Sun”, etc) en dan was het vet van de soep. Daarna: Audioslave (rock voor mensen die niet van rock houden) en solowerk (ppfff). Ik liet het allemaal wat aan me voorbij gaan, in de veronderstelling dat de man genoegen genomen had met wat slappe, duffe, derderangs singer-songwritertoestanden. Saai, maar onschadelijk. En dan krijg je dit te zien.

Little girl, I love when she talks to me
Got to smile, when she walks that walk with me
I want the girl, but I want a lot
Might cross my mind, but that’s where it stops

Ohhhh
That bitch ain’t a part of me
No, that bitch ain’t a part of me
I said no, that bitch ain’t a part of me
No, that bitch ain’t a part of me
I said no, that bitch ain’t a part of me
No, that bitch ain’t a part of me
I said no, that bitch ain’t a part of me
No, that bitch ain’t a part of-part of-part of me

etc…

Ik heb m’n shot cynisme voor de komende maand alweer gehad.

Read Full Post »

Een van m’n eerste grote helden was Henry Rollins, een kerel wiens muziek ik ontdekte rond 1990. Eerst zag ik hem aan het werk met the Rollins Band (op dat ogenblik een van de beste livebands van z’n tijd, elk optreden was een emotioneel bombardement, een desastreus uit de hand gelopen schreeuwtherapie), daarna ging ik hardcore iconen als Black Flag ontdekken. Het interessante aan Rollins is dat hij zo’n muzikant is (en Kurt Cobain was er eigenlijk ook zo eentje) die het niet kan laten over z’n helden en invloeden te spreken.

En het werkt(e), want ik heb Coltrane, James Brown, The Stooges en Henry Miller allemaal begin jaren ’90 leren kennen omdat ik Rollins zo enthousiast over hen hoorde spreken. Stuk voor stuk zijn het figuren die ik nu nog op een piedestalletje plaats. Covers opnemen deed hij niet vaak, maar tussen het einde van Black Flag en het oprichten van z’n nieuwe band bracht hij een gesjeesde EP uit: Drive-By Shooting (1987) onder het pseudoniem Henrietta Collins & The Wifebeating Childhaters (als ik me niet vergis een van de eerste platen die ik ooit kocht in de Brusselse Music Mania (RIP), ergens in 1991).

Naast retro-rock-‘n-roll en een paar andere tussen experiment, rock en spoken word-schipperende probeersels stond er ook een korte, aanstekelijke song op die me meteen bij de lurven greep: “Ex-Lion Tamer”. Het duurde een tijd voor ik ontdekte dat het een song van het geweldige Pink Flag van de legendarische punkband Wire was. Enfin ja, daarnet kwam ik al surfend uit bij een clipje voor die cover van die song. En heel even, een seconde of twee, was ik terug zestien. Melig man, mélig!

Read Full Post »

Ik heb dit filmpje vast al eerder opgedrongen, maar het gaat dan ook om een superieure monoloog van een dikke drie minuten. Ik zou ‘m zelf vanbuiten willen kennen. Bill Hicks is intussen alom bekend (en terecht, daar niet van), maar het is verbijsterend dat Carlin, die ik minstens even hoog inschat, aan deze kant van de plas voor velen nog een nobele onbekende is.

Read Full Post »

%d bloggers liken dit: