Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘Avant-garde’

NP: Captain Beefheart – Safe As Milk

Read Full Post »

Een specialleke uit eigen land. Hoewel in onze contreien aardig wat prima jazz geproduceerd wordt, ook van de minder traditionele soort, lijkt vrije improvisatie of de experimentele tak wat ondervertegenwoordigd. Het Gentse label Kraak doet alvast z’n best om de verhoudingen wat recht te trekken, via het promoten van lokaal talent en door het uitbrengen van deze split-LP. De twee bands hebben een aanpak die eigenlijk radicaal verschillende resultaten oplevert, maar zijn beide in de hoek van de improvisatie en avant-garde te situeren.

Het duo Razen (Bart Reekmans en Brecht Ameel, hier ondersteund door twee extra kompanen) zoekt meer exotische oorden op, met een eclectische mix van geluiden en instrumenten. Hier vallen niet enkel percussie, toetsen en sopranino te horen, maar ook rare luiten, fluiten, santoor (dat vreemde tafelachtige snaarinstrument dat soms in Brussel-Centraal te horen is) en shenai (het slangenbezweerdersding). En doedelzak, dat ook. Niet om de gezellige militaristische sfeer van een Schotse taptoe op te roepen, maar om iets te laten horen dat vooral aan een woelige markt in Kaboel doet denken.

Ritmisch gaat het er hier vrij rechtlijnig aan toe (altijd een troef om je publiek mee te krijgen), het is vooral boeiend om te horen hoe lagen hier gestapeld en ontmanteld worden. Het levert bezwerende (“Rode Hond”), trance-achtige (“Rammelaarging”) en aardig opzwepende (“Razend Zand”) nummers op tussen wereldmuziek, tribaal experiment en kleurrijke soundtrack. Alleszins een Belgische band zoals ik er nog nooit een hoorde.

Sheldon Siegel – het trio Gino Coomans, Erik Heestermans en Gerard Herman – maakt minder exotische muziek, maar is meteen ook een pak ontoegankelijker. Hun bijdrage, “Drie Mannen Stappen Aan Boord Van Een Goederentrein En Lijken Goed Op Weg Hun Vrijheid Te Herwinnen”, is één lange groepsimprovisatie die halsstarrig vermijdt om in gekende patronen te hervallen.

Het is muziek waarvan nonkels en tantes beweren dat zij het ook kunnen maken (want “die mannen doen zomaar iets”), maar dan zou je voorbijgaan aan de soms imposante instrumentbeheersing (ik ging alleszins meteen voor de bijl toen ik Hermans bezopen saxspel hoorde) en fijnzinnige groepsdynamiek, waarbij ook het expressieve spel van Coomans (onvermijdelijk een Vlaamse Lonberh-Holm) steeds opvalt.

Het is een risico, op je eerste labelrelease meteen uitpakken met een kolos van meer dan twintig minuten vol manipulaties en een gebrek aan aanhoudend ritme, iets dat de spanning hier en daar soms ook onderuit haalt, maar ze geraken ermee weg. De aanpak is niet revolutionair, maar opnieuw wordt hier een vloeiende geluidenwereld op poten gezet die moeilijk nog minder Vlaams en provinciaal kon klinken. (***1/2)

  • Razen + Sheldon Siegel verscheen in een LP-oplage van 300 stuks (vraag niet naar #123, want die is van mij). Via Kraak kost hij 12 euro (excl. verzending)
  • En ook: morgen (30/6) vindt de albumvoorstelling plaats, in de Bunker in Brussel, vanaf 20.30u. Inkom: 5 euro of 15 euro (+LP).
  • Luister: “Razend Zand” / “Drie mannen…”

Uitgebreidere tekst:

Albumrecensie op goddeau (Jurgen Boel)
Albumrecensie op Kwadratuur (Koen Van Meel)
Interview met Brecht Ameel op Kwadratuur (Joeri Bruyninckx)

Read Full Post »

De volgende dagen zal het hier nog wat kalmer worden dan normaal. Ik ga een paar dagen m’n oor te luister leggen bij de noorderburen met de kleine plastic bekers. Vanaf zondag kan u hier weer als vanouds terecht voor toffe berichtjes over iPads & andere gadgets, netwerksites & sociale media-campagnes en andere hete hangijzers & brandend actuele thema’s.

NP: Goatsnake – 1 + Dog Days
NR: Suzanne Collins – The Hunger Games

En nog een (late) Gelukkige Verjaardag voor B. en R., als ze dit al/nog lezen.

Read Full Post »

Vandaag wordt het Jazz & Sounds Festival boven de doopvont gehouden. Het is de eerste editie van een festival dat “(…) bruggen bouwt tussen verschillende organisaties en tussen verschillende muziekgenres: jazz, hedendaagse muziek, improvisatie met een knipoog naar rock en pop. Het festival wil de synergie die tussen de verschillende muziekplekken en initiatieven in deze stad leeft, op één podium bundelen. Iedere organisatie doet dat vanuit haar eigenheid.”

Concreet: demonstraties, een paneldiscussie, documentaires en natuurlijk ook een hele resem concerten op verschillende locaties in Gent. De eerste twee dagen worden o.m. ingevuld met een project van het Conservatorium van Gent en een concert rond de klarinet in de hedendaagse kamermuziek (het kan niet altijd grindcore zijn).

Vanaf donderdag komt het boeltje op kruissnelheid, met twee concertavonden in de Vooruit (25-26/3) en vervolgens twee in Muziekcentrum De Bijloke (27-28/3). Een losse greep uit het aanbod:

25/3: Hazentijd, een documentaire over Han Bennink + concerten van Colin Stetson (die werkte met o.m. Tom Waits, LCD Soundsystem en TV on the Radio) en Hairy Bones, het monsterkwartet rond hardblazer Peter Brötzmann

26/3: Een solo performance van wereldvermaard contrabassiste Joëlle Léandre + Flat Earth Society (feat. John Watts) en Elliott Sharp’s Carbon

27/3: Rambling Boy, een documentaire over bassist Charlie Haden en nog een resem concerten met o.m. Barry Guy, Miroslav Vitous (Weather Report), Fred Van Hove, etc

28/3: Een project rond Paul Van Ostaijen, een project rond de Roemeense componist Enesco (met goed volk als Tony Malaby en John Hebert) en een vocale veldslag rond het werk van John Cage.

Dat alles en nog veel meer is terug te vinden op de website van Jazz & Sounds

————————————————————————————

Optie 2 op zondag 28/3: afzakken naar KC België  (Hasselt) voor een veelbelovende double bill met THE ENGINES en DIGITAL PRIMITIVES.

(vlnr: Tim Daisy, Dave Rempis, Nate McBride, Jeb Bishop – © The Engines)

The Engines is een band met twee leden en een ex-lid van The Vandermark 5 en een van de vele exponenten van de florerende experimentele jazzscène in Chicago. Zonet verscheen hun tweede album Wire and Brass, dat een band aan het werk laat horen die net als de V5 teert op de spanning tussen compositie en improvisatie, maar net iets meer de ruimte en spontaniteit opzoekt. Vrij taaie muziek, maar dan wel gevuld met virtuoos en gedreven spel van Dave Rempis (sax), Jeb Bishop (trombone), Nate McBride (bas) en Tim Daisy (drums). Een verkenning van mogelijkheden, nu eens abstract en aftastend, en dan weer strak en verrassend energiek. Meer info & muziek bij Dave Rempis. En een review van Wire and Brass.

(vlnr: Assif Tsahar, Cooper-Moore, Chad Taylor – © ???)

Digital Primitives is het trio Cooper-Moore, Assif Tsahar (sax/basklarinet) en Chad Taylor (drums). Cooper-Moore is vooral bekend als pianist (ooit bij David S. Ware, vorig jaar o.m. nog aan de zijde van Darius Jones), maar ruilt dat hier in voor een hele resem minder voor de hand liggende instrumenten (diddley-bow, mouth bow, bango, etc), waarvan er heel wat zelfgemaakt zijn. Klinkt misschien wat fartsy, maar niets is minder waar. Digital Primitives maakt swingende, funky en heel erg groovende muziek tussen blues, aardse (free) jazz en een indrukwekkende staaltje van knutselarij. Of luister eens naar het wondermooie “Walkabout” van hun tweede album Hum, Crackle & Pop (een van de meest charmante platen die ik hoorde in 2009) op hun MySpace. Meer info & tickets via de site van KC België. Beter gaat u waarschijnlijk niet vinden voor minder dan 10 euro (misschien ook niet voor meer). Da’s voor niks, jong!

NP: Digital Primitives – Hum Crackle & Pop

PS. Gelukkige verjaardag, M.

Read Full Post »

… heeft m’n LP’s gesigneerd. Juij.

Mooi optreden trouwens, daar in Hasselt. Review.

NP: Trio X – Live In Vilnius

Read Full Post »

NP: The Godfathers – Unreal World

Read Full Post »

1. Live In Middelheim 1999 (Masada)
2. The Big Gundown
3. Grand Guignol (Naked City)
4. Bar Kokhba (Bar Kokhba Sextet)
5. 50th Birthday Celebration Series Vol. 4 (Electric Masada)
6. Six Litanies For Heliogabalus (Moonchild)
7. Godard/Spillane
8. Filmworks XIV: Hiding And Seeking
9. Asmodeus: The Book Of Angels Vol. 7 (John Zorn/Marc Ribot)
10. Live In Sevilla 2000 (Masada)

Nattevingerwerk.

NP: The Fall – Dragnet

Read Full Post »

instantjazzGisteren een exclusieve showcase kunnen bijwonen ter ere van het opstarten van Instant Jazz, de online winkel waarmee Tony Verstraete onlangs begon en waarmee hij fungeert als leverancier en distributeur van heel wat free jazz, avant-garde en aanverwanten. Of, zoals hij het zelf verwoordde, “moeilijke ketelmuziek”, wat het nog steeds is in de ogen van heel wat mensen, zelfverklaarde muziekliefhebbers incluis. Wat er ook van zij: de man is intensief bezig met z’n project en dat kan enkel aangemoedigd worden.

Op het programma: drie concerten van vier mensen, met de nadruk op snaarinstrumenten. Bassist Peter Jacquemyn (foto) mocht de spits afbijten met een soloconcert. De man, die er tevens een carrière als beeldend kunstenaar op nahoudt, speelde in het verleden al met enkele kanonnen van de free jazz en vrije improvisatie (waaronder monsterlong Peter Brötzmann, drummer Tony Oxley, pianist Fred Van Hove en stemkunstenaar Phil Minton) en gooide z’n volledige imposante lichaam in de strijd met het grootste instrument. Die fysieke benadering van het instrument is meteen ook het meest opvallend. Of het nu een gevolg is van persoonlijke voorkeur, ervaring met andere kunstvormen of het feit dat de man autodidact is; z’n benadering is direct en lijfelijk. Snaren worden hard, zelfs bruut, gewrongen en samengeknepen, de strijkstok werd als een wapen aangewend en de meest uiteenlopende geluiden gecreëerd.

peterjacquemynHij experimenteerde later ook met zijn kenmerkende twee strijkstokken, wrong een metalen blikje tussen de snaren om zijn sound te manipuleren, knelde het instrument tussen z’n benen alsof het een te temmen hengst was. Het eerste deel van zijn performance was een straf staaltje van vrije improvisatie. Voor het tweede deel werd hij bijgestaan door ene Pierre Michel (voor wie al eens een free jazz-optreden bijwoonde: de kerel met de baard die steevast postvat op de eerste rij met z’n camera in aanslag) op zang. De man is geen Minton, daarvoor ontbreekt het hem wat aan bereik en de mogelijkheid tot het voortbrengen van onmenselijke geluiden, maar het leverde niettemin een aparte dialoog op met een paar geslaagde momenten.

Celliste Julia Kent is vooral bekend van haar rol bij Antony & The Johnsons. Haar solomuziek mist om voor de hand liggende redenen het theatrale drama van haar broodheer, al was de nostalgie en schoonheid waarvan haar muziek doordrongen was onmiskenbaar die van de androgyne figuur. De techniek die ze hanteerde had amper verder verwijderd kunnen zijn van die van Jacquemyn, met haar gebruik van ingenieus op elkaar gestapelde loops en weemoedige melodielijnen die zo opgevist leken uit een smaakvolle soundtrack bij een arthouse-film. Na een half uurtje viel op dat de stukken steeds hetzelfde procédé volgden en nu en dan kreeg je het gevoel dat de muziek wat diepgang miste. Toch bleef het een absolute streling voor het oor.

halvorsonpavoneRechtstreeks aangekomen van Zaventem: het duo Jessica Pavone & Mary Halvorson (foto), lievelingen van de Amerikaanse avant-garde, protégés van Sint Anthony Braxton en onlangs een prima album uitgebracht (Thin Air), dat een compromisloze weg bewandelt tussen free folk, improvisatie, pop en jazz. Niet bepaald agressief of radicaal vervreemdend, maar toch heel apart, met songs die abrupt eindigen, passages die moeilijk zitten wringen, plots opduikende en verdwijnende dissonante momenten en meisjesachtige harmonieën die soms moedwillig amateuristisch klinken. Ze pikten een aantal songs uit het recentste album, maar ook een paar oudere, allen verbonden door een zelfde grilligheid. Terwijl Halvorson zich op de achtergrond hield, leek het wel alsof Pavone, die het woord voerde, niet haar beste dag kende, met weinigzeggende bindteksten en hier en daar een zuinige glimlach. Het concert sloot aan bij de idiosyncratische aanpak van het album, al had ik iets meer inleving en spontaniteit verwacht.

Dat geldt ook voor de collectieve improvisatie van de vier muzikanten die als kers op de taart fungeerde. Op zo’n moment wordt het ook duidelijk wat een gapende afstand terug te vinden is tussen de verschillende achtergronden en werkwijzen. Is de improvisatie, de muziek van het moment, van het hier en nu, iemand als Jacquemyn op het lijf geschreven, dan kan iemand als Kent duidelijk niet zo goed schermen met spontane ideeën. Halvorson bood dapper weerwerk en Pavone leek te wachten tot het voorbij was. Jacquemyn liet het niet aan z’n hart komen en stal de show.

Wie Halvorson & Pavone aan het werk wil zien, krijgt donderdag 29/10 daartoe de kans, als ze samen met Huntsville in de Vooruit staan.

Read Full Post »

reed-anderson-zorn

Met de nodige argwaan werd uitgekeken naar de komst van het illustere New Yorkse trio John Zorn, Lou Reed en Laurie Anderson. Zou Zorn de legendarische stunt met Masada uit 1999 nog eens kunnen herhalen? Ging het hier om een onfris staaltje van marketing? En bovenal: zouden we “Perfect Day” te horen krijgen?

Eerst mochten drie Belgische acts de vierdaagse op gang trekken in Park Den Brandt, tot nader order nog steeds een van de mooiste festivallokaties van Vlaanderen. The Circle ontstond als een project aan het Conservatorium van Antwerpen en telt enkele muzikanten van wie de komende jaren nog een en ander verwacht wordt. Ze tekenden voor het concert dat het minst buiten de lijntjes kleurde, al betekende dat niet dat het niet de moeite was. Het sextet, dat gecoacht werd door de Amerikaanse tenorsaxofonist Mark Turner, pakte uit met een handvol degelijke composities die dosering, subtiliteit en ademruimte in het vaandel voerden.

De frontlinie van tenor, alt en gitaar mocht vaak het voortouw nemen, al kreeg elke muzikant de kans om uit te blinken. Nu eens klonk de band ingetogen, op het etherische af, en dan deden ze de temperatuur weer stijgen met vloeiende interactie. Coach Turner voegde zich even bij de band en liet solerend, door de knieën zakkend, enkele mooie staaltjes horen van zijn lange, ontspannen lijnen en liet z’n tenor zingen als een alt. Het was geen baanbrekende set, en ze miste nu en dan wat spanning, maar de band klonk veelbelovend, en de set vrij evenwichtig. Een prima opener.

Octurn timmert al ruim een decennium aan de weg met vaak wisselende bezettingen en al even eclectische invloeden. De set, die grotendeels bestond uit nieuw materiaal, werd vooral bij elkaar gepend door saxofonisten Bo Van der Werf en Guillaume Orti, maar ook deze keer was het geen show van twee solisten. Met vijf blazers, gitaar, Fender Rhodes/piano, bas en drums was de sound voller dan die van The Circle, maar ook de arrangementen waren grilliger, complexer en donkerder, soms neigend naar de hyperenergieke uitspattingen van David Murrays Octet, dan weer rotzooiend met funk, fusion en free-elementen.

De songs waren niet voor een gat te vangen: soms brachten broeierige intro’s de boel op gang (regelmatig met onheilsgedonder van Michel Massots tuba, die je herhaaldelijk deed denken dat je je in Jurassic Park bevond) en dreef drukke drummer Chandler Sardjoe de boel gestaag naar koortsige furie, terwijl de boel even erna een radicale wending kon krijgen. Ook opvallend waren de aanwezigheid van oude bekende Jeroen Van Herzeele en de sterke performance van Jozef Dumoulin, die schitterde op Rhodes en piano. Tachtig minuten Octurn is een taaie brok, al was het ongetemperde ensemblespel bij momenten imposant.

Vervolgens Flat Earth Society. Wie de voorbije jaren de oren heeft open gehouden weet wat te verwachten: hoempapa from hell. Onder leiding van Peter Vermeersch is de bigband intussen uitgegroeid tot een vaste waarde in het muzieklandschap en een instituut dat op onnavolgbare wijze het experiment en de traditie aan elkaar weet te koppelen. Sommige stukken hadden prima gepast tijdens het swingtijdperk, andere getuigen dan weer van een gezond gebrek aan respect en razen door een eeuw jazzgeschiedenis met uitstapjes richting klassiek, rock, funk en volksmuziek. Grillige nonsens met een forse dosis humor (inclusief de ode aan ‘een grootmeester van de politiek, Bin laden’: “Bad Linen”), relativeringsvermogen en vooral: pakken schwung.

Ondanks al die individuele talenten staat het collectief centraal. Wat dan ook het meest opvalt is de onwaarschijnlijke strakheid van de volledige band, een groep muzikanten die zich te buiten gaat aan carnavaleske capriolen en tegen de chaos aanschurkende spielereien, maar plots, van de ene tel op de andere, stilvalt en terug op gang trekt. Van de trombonescheten van Marc Meeuwissen tot het onstuimige geratel van drummer Verbruggen, het klarinetspel van Vermeersch (Benny Goodman met pepers in de poep) en het gescheur van gitarist Vervloesem: Flat Earth Society is heer en meester in het pretpark van de jazz: Sun Ra, Zorn, Zappa, Ellington in de blender. Klasse!

[intermezzo]

olives

[/intermezzo]

John Zorn, Lou Reed en Laurie Anderson speelden eerder al een concert in de kleine club The Stone in New York. Omdat die opnames slechts in beperkte oplage werd uitgebracht en enkel online te koop is (o.m. via Zorns Tzadik-label) wisten weinigen wat ze konden verwachten. Door die verschillende achtergronden (avant-garde, rock, performance art) leek het alle kanten uit te kunnen gaan, van onnozele plinke plonke tot een al dan niet verteerbare tussenvorm, maar uiteindelijk was het resultaat even grillig als onvoorspelbaar. Terwijl Zorn het enkel deed met zijn altsax beschikte het koppel over een uitgebreid arsenaal aan spullen: Reed had enkele gitaren, een resem effecten en elektronica ter beschikking, Anderson deed het met een elektrische viool en een nog groter aantal knopjes.

Het begon gestaag, geduldig, met sloom ontvouwende geluidsgolven, slechts onderbroken door snarengesnerp, gitaarfeedback en aanzwellende saxtonen van Zorn. De eerste improvisatie zou zo’n drie kwartier duren en nergens het terrein van de conventionele jazz betreden, tot ergernis van enkelen, die al snel de tent verlieten. En toch misten ze wat, want het resultaat was een bevreemdende trip via minimalisme, drone, gemuteerde, psychedelische geluidslagen en pure improvisatie. Het duurde meer dan een kwartier voor er gepiekt werd, maar het leverde dan wel een imposante wall of sound op die komaf maakte met de laatste noties van orde: het spel en de sound van Reed en Anderson waren soms moeilijk te onderscheiden, een geluidenstroom die Zorn counterde met zijn aanzienlijke geluidenarsenaal.

De man liet z’n sax kwetteren en sputteren, janken en gieren, afgelegen oorden opzoeken, maar ook reageren. Van concrete call & response was er weinig sprake, maar de wisselwerking was overduidelijk: haast elegische passages verschoven met een vreemde logica naar donkerder terrein en het gebeurde allemaal zo vanzelfsprekend dat je je amper kon herinneren hoe ze er geraakt waren. Het had nu en dan iets van de soundscapes van Oren Ambarchi en van de meer abstracte geluiden uit de Downtown-scène, maar uiteindelijk wist ieder toch z’n stempel op het totaalgeluid te drukken, wat leidde tot een unieke performance. Het willekeurige gewauwel dat Reed er even in wist te stoppen was volstrekt overbodig (dan liever de vervormde stemgeluiden van Anderson) en het lange stuk kreeg af te rekenen met een forse dip, maar al bij al was het een overtuigende en bezwerende performance.

De conservatieve jazzfan, of de muziekliefhebber die op jazz tout court wachtte, bleef op z’n honger zitten. Anderzijds: in dit tijdperk van versplintering, uitgeputte bronnen en kruisbestuivingen kan muziek die getuigt van voorwaarts denken enkel aangemoedigd worden. Wat Armstrong, Ellington, Parker en Coltrane teweegbrachten waren revoluties, seismische schokken in Jazzland die voorheen ongekende mogelijkheden aan de man brachten. Geen enkel jazzfestival dient zich verplicht te zien om vier dagen lang dergelijke artiesten te programmeren, maar het kan enkel toegejuicht worden dat al op de eerste dag van Jazz Middelheim de verwachtingen en barrières aan diggelen geslagen werden.

(© Goddeau)

Meer Jazz Middelheim

———————————-

– Gisteren zelfs John Zorn in De Rode Loper. Er bestaan geen zekerheden meer. Wel leuk om de naam eens over de tong van Katja Retsin te horen rollen.
Antwerpenaren en hun ‘liekes’. Onnozelaars.
– Vedett blijft een biertje voor betweters met te veel geld die zichzelf (en, in enkele gerapporteerde gevallen, zelfs anderen) wijsmaken dat een luxepils iets meer te bieden heeft dan een reguliere, maar de witte van ’t vat is wel te drinken.
– Festivalkost blijft een belachelijk overprijsd goedje, of het nu gaat om de nog half bevroren rockfriet of de jazzsandwich met merguez of focaccia met beenham.
– Na de Hollanders blijken nu ook de Antwerpenaren 10dB te luid te spreken.

NP: The National – Boxer

Read Full Post »

v5

Vanavond eindelijk, EINDELIJK naar the Vandermark 5 in Hasselt, voor hun enige optreden op Belgische bodem. Ken Vandermark zorgde er op z’n eentje al voor dat m’n albumcollectie het voorbije anderhalve jaar met een stuk of dertig eenheden aangroeide. Ik zag de man laatst aan het werk met Peter Brötzmanns Chicago Tentet in Amsterdam, maar nu dus eindelijk de kans om hem bezig te zien met wat doorgaans als z’n hoofdproject beschouwd wordt, een kwintet dat als geen ander de grens tussen improvisatie en compositie verkent. Nu eens filmisch-suggestief en ingetogen, dan weer hard swingend of vrij improviserend, virtuoos en steeds met zin voor avontuur en variatie. Daarnaast is hij ook nog bezig met talloze andere projecten, gaande van duo’s, trio’s, kwartetten en kwintetten tot heuse big bands, opnieuw dansend tussen postbop, free jazz en vrije improvisatie, maar een gedetailleerde bio zou nu te ver leiden. Een ding is zeker: zelden gaan productiviteit en kwaliteit op zo’n overtuigende manier hand in hand. De man gaat me nog financieel ruïneren.

Line-up: Ken Vandermark (sax/basklarinet), Dave Rempis (sax), Fred Lonberg-Holm (cello), Kent Kessler (bas), Tim Daisy (drums/percussie). “One of the finest bands to emerge from North America in the last 20 years”, schreef Thom Jurek op allmusic.com. Ik kan het alleen maar beamen, de tien studioalbums en de live-opnames blijven na talloze draaibeurten nog steeds fascineren.

Onlangs verscheen op Kwadratuur een boeiend interview met de man. HIER

In het voorprogramma: de Belgische vibrafoniste Els Vandeweyer, die de strijd aanbindt met 3/5e van de V5 (Lonberg-Holm en de ritmesectie).

Voor de late beslissers: er zijn nog tickets. Het is een kans om vurige jazz, meeslepend én experimenteel, van het hoogste niveau te zien zonder al dat zelfbevlekkende gelul, hoge inkomprijzen, rolkraagtruitjes en Martini. Of zoals een van de albumtitels de aanpak van de band mooi samenvat: Elements Of Style, Exercises in Surprise. Tot straks!

Read Full Post »

John Zorn: Tradition and Transgression van John Brackett. Vers van de drukpers en vandaag al in m’n brievenbus, deze eerste studie over het werk van componist/muzikant Zorn. Ik ben benieuwd en verwacht er veel van, al lijkt het op basis van een eerder online gepubliceerd hoofdstuk vooral erg taai en academisch te worden en voorbij te gaan aan ’s mans jazzgeoriënteerde werk met Masada, etc. Hoera voor indigesties!

jz_cvr_bernadette.eps“John Zorn is one of the most prolific and active American composers/performers working today. He has been a fixture of New York’s “Downtown Scene” since the mid-70s as a tireless proponent of avant-garde and experimental music. Despite the acclaim and respect he has achieved in America and abroad, very little attention has been paid to Zorn by musicologists or music theorists. Author John Brackett suggests that the reason for the relative paucity of writing on Zorn’s music and musical thought has to do with the difficulties and challenges they present both for listeners and scholars. Zorn’s musical language—an amalgam of seemingly incongruous techniques, sounds, styles, and genres—creates complex and sometimes confusing listening experiences that are difficult to categorize in terms of overarching thematic or narrative design. Brackett offers a number of perspectives for understanding Zorn’s music and musical practices, while challenging certain assumptions that limit the ways in which contemporary music is typically addressed.”

Bestellen kan (voor de geïnteresseerden) via Indiana University Press en de meeste online shops.

NP: XTC – Nonsuch

Read Full Post »

%d bloggers liken dit: