Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘weerwolven’

calvaire

Nog een resem dingen bekeken:

  • Calvaire (***1/2): Waalse (!) horror van de mij onbekende Fabrice Du Welz. Vreemd filmpje, dat het meer moet hebben van trage opbouw met carnivaleske finale dan van traditionele boemaneffecten en rondspuitend bloed. Duidelijk gemaakt door een fanaat die buiten de lijntjes kleurt en daar ook inspiratie haalt. De geweldontlading doet denken aan Straw Dogs, de setting, het zwijnengekrijs en een aantal nevenpersonages aan Deliverance, het camerawerk aan Evil Dead, en er zijn nog een heel aantal scènes die aanvoelen als minihommages zonder dat het je te binnen schiet aan wie of wat. Het acteerwerk is eerder onevenwichtig, maar de film bevat enkele geweldige scènes en één nu al klassiek stuk. Misschien niet zo’n immens cultpotentieel als C’est arrivé pres de chez vous, maar desalniettemin het bekijken waard.
  • In Bruges (***1/2): Opnieuw een film waar moeilijk aan te weerstaan viel. Op zich niets bijzonders – twee huurmoordenaars zoeken tijdelijk onderdak in Brugge en krijgen af te rekenen met  hun opdrachtgever – al wordt hier ook de dunne grens bewandeld tussen het vertrouwde en een eigen invulling. Allround degelijk acteerwerk (waarbij het vuurwerk vooral weggelegd is voor een aardig op dreef zijnde Ralph Fiennes), een bescheiden dosis actie, aparte humor en natuurlijk de architectuur van shithole Brugge.
  • The Dark Knight (****): Ik ben een van die mensen die Batman Begins het beste deel van de reeks vonden. Ik hou ook wel van de cartooneske aanpak van het origineel (van Burton, dan), maar vond dat de, ahum, ‘diepgang’ van het vorige deel een mooie bonus was. Daarenboven is Bale, één van de meest getalenteerde acteurs van zijn generatie, een uitstekende Batman, die dan nog eens geflankeerd werd door Michael Caine. The Dark Knight werd aangekondigd als een instant classic, en hoewel dat een beetje bij de haren gegrepen is, zou dit inderdaad wel de beste van de reeks kunnen zijn. Het is jammer dat de nieuwe diepgang van Batman/Bruce Wayne opnieuw naar het achterplan geschoven wordt, al heeft dat volledig te maken met de aanwezigheid van twee nieuwe gezichten. Het is duidelijk dat de film op maat van The Joker (Heath Ledger) geschreven werd: hij krijgt de beste dialogen en de meeste aandacht. En het moet gezegd: Ledger kwijt zich geweldig van zijn taak, met vunzige tics (dat tongetje!) en zichtbaar speelplezier, maar de film oogt ook bijzonder indrukwekkend en slaagt er ei zo na in om voor de volledige (lange) rit te boeien.
  • Harry Potter & The Order Of The Phoenix (***1/2): Het beproefde recept, deel 4 (of 5?). Het betere bandwerk.
  • 24: Redemption (**): Tja. De eerste paar seizoenen van de serie wisten vooral even te imponeren door dat gewiekste format (de ‘real time’-aanpak), maar de sleur kwam er al snel in te zitten. Seizoen zes wist daardoor slechts zelden de sfeer en inventiviteit van de eerste seizoenen op te roepen. De sowieso al waanzinnige plotwendingen werden steeds excentrieker en ongeloofwaardiger, en ook nu kan het niet op, met een op til zijnde staatsgreep in een fictief Afrikaans land en allerhande intriges waarbij malafide bonzen en veiligheidsdiensten betrokken zijn. Geen ramp, geen hoogvlieger, en het belooft niet bepaald veel goeds voor Season 7.

yiyi

  • Yi Yi (****1/2): Meeslepende familiesaga, en tevens laatste film van de Chinese regisseur Edward Yang (overleden in 2007). Op zich niets opmerkelijks – een huwelijk en de hartaanval van een oud vrouwtje zetten de boel op z’n kop – al is het net uit dat alledaagse dat de film z’n kracht haalt. Subtiliteit is het kernbegrip: zowel in de cameravoering, de thema’s als de acteerprestaties zorgt het voor verborgen staaltjes van schoonheid. Mensen die de rekening van hun leven opmaken en tot de nodige conclusies komen; het zijn platgetreden paden, maar zelden zie je ze met zo veel geduld, mensenkennis, empathisch vermogen en pure poëzie uitgewerkt.
  • The Lord Of The Rings: The Return Of The King (****): Derde en laatste deel van Peter Jacksons fel bejubelde trilogie. Het mist de zorgvuldige opbouw van The Fellowship Of The Ring (*****), de epische spanning en spektakelscènes van The Two Towers (*****), er wordt veel te veel tijd geïnvesteerd in de homo-erotische spanning tussen hobbits Frodo en Sam (bekijk die scènes dan! Pure Lady & de vagebond!) en hun calvarietocht naar de vulkaan in Mordor. Anderzijds is de belegering van Minas Tirith wel behoorlijk opwindend en blijft het visueel spul om vingers en duimen bij af te likken. Wel storend: niet minder dan VIJF opeenvolgende slotscènes, die ervoor zorgen dat het laatste half uur in vergelijking met de voorgaande act uur enigszins tegenvalt.
  • Total Recall (***): De eerste keer dat ik ‘m zag sinds die ene keer in de filmzaal zo’n 18 jaar geleden. Schwarzenegger zag er bijzonder fit uit, Sharon Stone was nog niet onder het mes geweest en de wenkbrauwen van Michael Ironside leidden hun eigen, kwaadaardige leven. De film is ook verrassend gewelddadig en bloederig, terwijl de special effects al verrassend old school aandoen. Niettemin plezant vermaak.
  • The Dark Crystal (**): Ooit rekende ik Frank Oz en Jim Henson tot de coolste wezens op aarde. Die tijd is duidelijk voorbij, want dit poppenspektakel wist me amper nog te boeien. Note to self: laat die Freggels-DVD’s maar mooi liggen om de herinnering intact te houden.
  • Wallace & Gromit: The Wrong Trousers (****): Geweldig vermakelijke onzin van perfecte duur (een half uurtje), met hopen pulpverwijzingen (film noir, griezel, sci-fi, etc), een pinguïn als snoodaard en veel, heel veel hilarische onzin. Bewijst dat animatiefilms zo veel meer kunnen zijn dan zielloze computerexperimenten.
  • Vacancy (***): Op papier de zoveelste Psycho-kloon en dus a recipe for disaster (een koppel brengt tegen wil en dank een nacht door in een motel en ontdekt dat hun kamer de setting was voor een resem snuff-films), maar in werkelijkheid een verrassend effectieve nagelbijter met een uitstekend eerste uur. Geen bloederige extravaganza of andere onzin, maar psychologische terreur volgens de less is more-aanpak. Naar het einde van de film neemt de humor het over van de geloofwaardigheid en komt de teleurstellende finale, maar die weegt niet op tegen wat eraan vooraf ging.

edburtynsky

In het departement non-fictie + series:

  • Sin City Law (***1/2): 8-delige documentaire over een aantal geruchtmakende rechtszaken in Las vegas, gaande van een uit de hand gelopen drive-by shooting (met kindslachtoffers) tot een afrekening in een marginaal drugsmilieu (idem) en een homoseksuele pervert die 25 messteken in het gelaat krijgt. De maker van The Staircase is mede verantwoordelijk voor de reeks en dat valt eraan te merken. Ook hier worden de zaken behoorlijk grondig uitgespit, krijg je inzicht in de methodes en visies van zowel de pro deo-advocaten als de aanklagers van het openbaar ministerie, beelden van interviews met slachtoffers en daders, en een goed beeld van hoe het gerecht functioneert in Las Vegas. Het mist de diepgang en het meeslepende van The Staircase (dat op even veel tijd slechts één zaak behandelde), maar vormt toch een mooie mix van empathie, analyse en pure observaties.
  • Micha Wertheim voor gevorderden (****): Straffe show van een nog jonge Nederlandse cabaretier. Wertheim behandelt heel wat klassieke thema’s (racisme, gehandicapten, etc), maar de absurde invalshoeken en een talent voor verhalen vertellen à la Theo Maassen maken van hem een figuur om in het oog te houden.
  • Weerwolven (****): De twee afleveringen over Pierre-Alain Volondat, de wereldvreemde meesterpianist die in 1983 de Koningin Elisabethwedstrijd won en vervolgens niet bereikte wat voor hem weggelegd zou moeten zijn. Dit intrigerende portret maakt voor een stuk duidelijk waarom. Volondat is een eigenzinnige tegenwringer, een irritante narcist die als een op hol geslagen Don Quichote tekeer gaat tegen het artistieke wereldje en de maatschappij. Het is een rancuneuze, teleurgestelde en gefrustreerde ziel die de tegenslagen nodig lijkt te hebben als voedingsbodem om te kunnen overleven. Sympathiek maakten deze twee afleveringen hem niet, maar hij komt wel naar voren als een uniek mens, geleid door innerlijke conflicten die er steeds opnieuw voor zorgen dat hij nooit zijn plaats zal krijgen binnen het establishment dat tegelijkertijd aantrekt en afstoot.
  • Manufactured Landscapes (***1/2): Documentaire film van cineaste Jennifer Baichwal die met landschapsfotograaf Ed Burtynsky door Azië reisde om samen met hem vast te leggen hoe de industrie het landschap verandert en verminkt. Het resulteerde in een eindeloze stroom beelden van schroothopen, vuilnisbelten, verkeersknooppunten, olievelden, steengroeves, mijnen, scheepswerven, industrieterreinen en de grootste stuwdam van de wereld, die op dat moment gebouwd werd in China. Het gerekte, haast misselijkmakende openingsshot waarbij de camera een horizontale koers volgt langs een oneindige verticale rij fabriekslijnen is een klassiek moment, maar de rest van de film doet soms al te statisch aan, waardoor je het gevoel hebt dat de fotograaf te slaafs gevolgd werd in zijn methodes. Niettemin een boeiend anderhalf uur en een welkome kennismaking (voor mij althans) met het werk van een boeiend kunstenaar.
  • The Biggest Chinese Restaurant In the World (***1/2): Portret van een restaurant als een fabriekshal (100 privé-vertrekken! 5000 couverts! 200 slangen per week! 5 ton groenten per week! etc…) en van de vrouw die het hele boeltje bezit en met ijzeren hand op koers houdt. Niet enkel een boeiende kijk op een vorm van ondernemerschap die in China nog maar sinds kort mogelijk is, maar ook een mooi beeld van een nieuwe generatie Chinezen die komaf probeert te maken met een verleden van armoede en zich de Westerse stijl van enkele decennia geleden eigen probeert te maken. Zoals altijd imponeren de Chinezen met hun groepsgeest en toewijding, al hangt aan dat slogans brullen toch ook een voos geurtje.

ritahayworth

  • Rita (**): Een portret van en eerbetoon aan Rita Hayworth, Hollywood-icoon Grand Cru, dat echter al snel verzandt in een stereotiep verhaal dat al te veel kak ophangt aan de klassieke tegenstelling tussen de vleesgeworden seksbom (publiek) en de getormenteerde ziel (privé). De carrière was behoorlijk indrukwekkend, maar het privé-leven slalomde via een vijftal mislukte huwelijken met dominante vaderfiguren, een jarenlange alcoholverslaving en, uiteindelijk, een deprimerend afglijden in Alzheimer in een triest verhaal. Maar inderdaad (even oneerbiedig): wat een wijf!
  • Once In A Lifetime: The Extraordinary Story Of The New York Cosmos (***): Als de Amerikanen iets doen…deel 45645. Begin jaren zeventig stelde voetbal geen, euh, bal voor in de USA. Het was te saai voor Amerikanen, die de concentratie niet konden opbrengen om  2 x 45 minuten venten achter een bal te zien hollen. Tot mediamogul Steve Cross, één van de grote kanonnen bij Warner, de suggestie kreeg (van niemand minder dan muziekgiganten Nesuhi en Ahmet Ertegun!) om ook een Amerikaanse liga op te richten. Het resultaat was New York Cosmos, een voetbalploeg die onder leiding van de met een miljoenencontract beloonde Braziliaan Pelé een verandering zou teweegbrengen. Het kostte enkele jaren, maar in de tweede helft van de jaren zeventig werd voetbal heel even het onderwerp van de dag. Het boeiende is dat de makers alle spilfiguren voor de camera wisten te krijgen. Nog boeiender was dat ze er allen een andere versie van de feiten op nahielden, zodat het, zoals een van de personen het aangeeft, een Rashomon-allure krijgt. Ik kreeg ook voor het eerst te horen van Italiaanse spits Giorgio Chinaglia, een gewiekste zeiker die het zo goed als volledig voor het zeggen had en zo in The Sopranos had gekund. Soms heeft het iets van een extra lange uitzending van Sportweekend, maar voor voetballiefhebbers (wat ik al niet meer ben sinds Frank Farina het aftrapte bij Club Brugge) zal het zeker de moeite zijn. Al is het maar voor het aanstekelijke Engels van Kaiser Franz Beckenbauer.
  • Shut Up And Sing! (***1/2): AKA Het verhaal van The Dixie Chicks en hun tocht door het hellevuur (nu ja). Het volgt hen van de bewuste avond in 2003, toen ze op een avond, op de vooravond van de oorlog in Irak, verkondigden dat ze zich schaamden voor het feit dat hun president van Texas was, tot in 2006, met de release van hun volgende plaat. Het was een tumultueuze periode, waarin ze werden uitgekotst door een groot deel van hun publiek, dat van de conservatieve country-liefhebbers. Radiostations weigerden hun singles te draaien en zij die het toch waagden werden keihard geboycot door Bush-fans die in hem de Messias bleven zien en openlijk de cd’s van het trio vernietigden. De transformatie van de Dixie Chicks is daarbij al even boeiend omdat je ze ziet evolueren van producttroela’s die hun “vergissing” willen afdoen als een slechte grap of een verspreking, tot producttroela’s die zich geen bal aantrekken van radiostations en nog minder van hun verloren achterban. Het resulteerde niet in een moedige of radicale muzikale omwenteling, maar zoals ze zelf aanhalen, hebben ze wel het lef om uit de buik van het conservatieve milieu resoluut in te gaan tegen het beleid van hun president. Het blijft één en al corporate smeerlapperij en marketingstrategieën, maar tegelijkertijd een dagboek van een megaband die in elke scène meer authenticiteit weet te stoppen dan een uit de hand gelopen grap als Metallica in de volledige Some Kind Of Monster (geweldige documentaire, maar wat een ontnuchtering).
  • Gekeken naar de eerste aflevering van Van vlees en bloed (één, gisteren) en die zag er veelbelovend uit, met een slimme combinatie van drama en humor die qua sfeer nu en dan deed denken aan Terug naar Oosterdonk (wat mij betreft nog steeds het beste Vlaamse TV-product ooit).

NP: Akimbo – Jersey Shores

Read Full Post »